Anubis en het schoolbal der liefde

'

Hallo Allemaal,

Lees hier het eerste verhaal van mijn linkpartner.

http://hethuisanubisverhaaltjes.webs.com/

Hoofdstuk 1: Dromen zijn (geen) bedrog

Sterre liep naar het musicallokaal om Raphael te zoeken. Ze had het besloten: ze zal Raphael vertellen wat ze voor hem voelt. Dagenlang had ze getwijfeld of ze het wel zou doen. Uiteindelijk had ze besloten om Raphael alles te vertellen en te kijken hoe hij reageert.
Bij het musical lokaal stopte Sterre. Ze hoorde dat Raphael een lied aan het zingen was. Het klonk niet als klassiek. Sterre wist dat hij van zijn vader alleen klassiek mocht spelen. Als het lied uit was liep Sterre het lokaal binnen. “Raphael,” begon Sterre, “ik wil je iets vertellen.” Raphael draaide zich om naar Sterre. Als Sterre de bruine ogen van Raphael zag, zakte de moed in haar schoenen. “Ik wil... ik wil je iets vertellen dat ik...” Sterre dacht even na. “Dat ik je niet stoor bij het piano spelen en weg zal gaan” Sterre kon zichzelf wel slaan. Ze kwam hier om te zeggen hoe verliefd ze op Raphael was en niet om te zeggen dat ze hem niet zal storen.
Sterre liep het lokaal net weer uit toen Raphael haar riep: “Dingetje! Dingetje”
Dingetje? Sterre keek naar Raphael. Ze was erg verbaasd dat hij haar zo noemt. Normaal was het Anastacia die haar zo noemde. Sterre keek rond of Anastacia hier was, maar ze zag haar niet. Dan zal ze er niet zijn. Dan moest het wel Raphael zijn die haar heeft geroepen.
“Dingetje. Dingetje,” riep Raphael weer.
Sterre schoot overeind. Ze zat op haar bed en keek recht in de ogen van Anastacia. Het was Anastacia die haar al die tijd heeft geroepen.
“Dingetje, kijk eens. Zie je wat er veranderd is aan mij?”
Veranderd? Sterre dacht even na. Moest er iets veranderd zijn aan Anastacia? Ze had nog steeds dezelfde blonde haren, riep haar nog steeds Dingetje. Misschien zag Sterre niet wat er aan haar veranderd was, omdat ze haar bril niet op had. Ze pakte haar bril, maar zette het niet op. In plaats daarvan dacht ze weer na. Een bril... Wat was er met die bril...
“En weet je het al, of zal ik je een hint geven?” vroeg Anastacia.
Sterre schrok en kwam uit gedachten. Ze had haar bril nog steeds in haar hand. Maar natuurlijk! Dat ze daar niet aan heeft gedacht. “ Je zonnebril! Je hebt je bril niet op!”
“Ja, Dingetje, je hebt het goed geraden. Nu zijn we alleen wel 2 jaar later,” zei Anastacia sarcastisch.
“ Sorry, maar ik dacht wel steeds dat er iets was met een bril.”
“ Ik heb een rare droom gehad,” zei Anastacia. “ Ik droomde van lichtjes, mensen in zwarte kleren en fel licht. Toen ik wakker werd kon ik weer normaal zien zonder zonnebril. Nu kan iedereen zien hoe mooi mijn ogen zijn. Zeker Raphael.”
Sterre dacht na over haar droom. Ze wilde Raphael vertellen wat ze voor hem voelt. Misschien was het een teken. Misschien moest ze straks op school aan hem vertellen wat ze voelde. Die gedachte schoof ze weer snel weg. Anastacia was verliefd op Raphael en Raphael misschien ook op Anastacia. Ze maakte zich dus belachelijk als ze aan Raphael zou vertellen dat ze ook op hem is.
“Dingetje, Dingetje. Waar ben je toch met je gedachten. Ik ben je de hele tijd aan het roepen.” Anastacia keek boos. “De hele tijd roepen is slecht voor mijn stem. Ik moet nog samen met Raphael zingen voor de musical die wordt gehouden.”
“Je zei net dat je mij riep. Waarom riep je?”
“We komen te laat op school en we hebben nog niet eens ontbeten.”
“School!” roept Sterre. Ze kleedde zich snel aan en rende samen met Anastacia naar beneden. Opeens kwam ze erachter dat ze Muis, haar knuffelkat, was vergeten. Ze rende de trap weer op naar haar kamer. Daar stopte ze Muis in haar schoudertas en rende weer naar beneden. Anastacia keek met een boze blik naar Sterre. Ze had twee pakketjes ontbijt van Arlene gekregen om het onderweg naar school op te eten. “Waar was je! Ik draaide me om en opeens was je er niet.”
“Ik was Muis vergeten en ging hem halen.” Anastacia gaf Sterre haar pakketje ontbijt. “Bedankt,” zei Sterre terwijl ze het ontbijt aanneemt. Daarna liepen ze samen naar school.
“Heb jij misschien Lexie gezien?” vroeg Anastacia aan Sterre. “Ze lag niet op haar bed”
“Nee, niet gezien,” antwoordde Sterre.
Lexie sliep al een paar dagen in het Huis Anubis. Anastacia had dat geregeld. Waarom ze dat deed weet Sterre niet. Het ging haar ook niet aan.

Hoofdstuk 2: Goed of slecht nieuws

“Waar kan Marcel nu zijn?” vroeg Pim aan Raphael. Ze liepen samen naar school.
“Geen idee. Jullie gaan ’s nachts wel vaker weg,” antwoordde Raphael.
Pim was wel bezorgt over Marcel. Marcel had die nacht iets gezegd over padden bevrijden. Misschien had Marcel die nacht, toen Pim sliep, ingebroken in de school en was hij betrapt. Hij zal onderzoeken wat er met Marcel is gebeurd. Hij pakte zijn voicerecorder en sprak in: “Zoektocht Marcel gestart.” Hij zag voetstappen die richting de school gingen. Hij bukte om ze beter te bekijken. “De voetstappen zijn van twee personen en zijn van een paar uur geleden.”
“Pim, wat ben jij aan het doen?” vroeg Raphael. “ We komen te laat op school.”
“Ik ben mijn veters aan het strikken.” Pim deed alsof hij zijn veters aan het strikken was.
Raphael wachtte even op Pim. Hij staarde in de verte richting het Huis Anubis. Hij zag twee personen in snelle tempo lopen. Als hij nog eens beter keek, zag hij dat het Anastacia en Sterre zijn. Sterre... Hij wilde graag met Sterre de musical spelen. Maar dat kon hij niet. Anders zal Anastacia tegen zijn vader vertellen dat hij aan de musical meedoet. Dan zal zijn vader erg gekwetst zijn. Hij had immers beloofd dat hij niet aan de musical zal meedoen. Raphael zag dat Anastacia en Sterre naar hem toe lopen.
“Raphael, zie je wat er veranderd is aan mij?” vroeg Anastacia.
“Je hebt je zonnebril niet op.”
“Je merkt het sneller op dan Dingetje.”
Sterre wilde dat ze onzichtbaar kon worden. Waarom zei Anastacia dat nou tegen Raphael.
“Raphael, heb je dat lied al voor mij afgeschreven? Je weet wel, dat lied voor de musical. We moeten nog even repeteren en ook auditie doen.”
“Ja, het lied is al af,” antwoordde Raphael. “Pim, veter strikken, daar doe je toch niet zo lang over? We moeten naar school!”
Met z’n vieren liepen ze naar school. Anastacia vertelde Raphael ondertussen hoe veel liedjes hij nog moet schrijven, omdat ze zeker weet dat zij de hoofdrol zullen krijgen. Sterre dacht dat Raphael haar niet hoort. Hij leek diep in gedachten te zijn.
Op school liepen ze snel door naar het musicallokaal. Ze waren al te laat. De bel was al 5 minuten geleden gegaan.
“Vier leerlingen te laat en 2 afwezig,” zei Camilia met een ongelukkig gezicht. “Wees blij dat ik niet zo veel tijd heb. Anders gaf ik jullie een preek en mogen jullie ook nog naar meneer Berkelaar. Ga nu snel zitten.”
“Er is iets aan de hand,” zei Pim tegen Sterre die naast hem was komen zitten. “Normaal is Camilia erg aardig.”
Sinds Pim Sterre had geholpen met het vinden van Muis, die Marcel had ontvoerd, deden ze veel samen. Ze hadden ontdekt dat meneer Berkelaar waarschijnlijk bij de donkere druïden hoorde waarover Leopold, de geschiedenisleraar, had verteld. Sterre wist nu ook dat Pim iets aan zijn neus had, waardoor hij alles veel te sterk ruikt. Hij viel soms ook flauw als hij zijn deo niet op tijd gebruikt.
“Sterre, je was al te laat. Ik wil dat je nu oplet en niet ergens met je gedachten zit,” zei Camilia. “Ik ga nu iets mededelen wat ik niet bepaald prettig vind. Het spijt me heel erg, maar de schoolmusical gaat niet door.”
“Pardon? Heb ik het goed verstaan?” vroeg Anastacia.
“Het spijt me echt. Ik weet dat je veel hebt geoefend, maar het kan niet doorgaan wegens te weinig aanmeldingen.”
Anastacia zag haar plan in het water vallen. Zingen met Raphael en daarna de zoen op het podium. Ze keek boos.
Sterre vond het zielig voor Anastacia. Ze had zich er zo op verheugd.Ze wilde zelfs een poster met alleen haar foto erop.
“Misschien kan dit sommige leerlingen opvrolijken. Jullie weten dat het bijna Valentijnsdag is. Wij gaan dan een valentijnsbal organiseren met een koning en een koningin.”
Anastacia dacht meteen aan Raphael. De zoen bij de musical kon niet doorgaan, maar een zoen op een valentijnsbal als koning en koningin was veel beter.
Camilia vervolgde haar verhaal: “Ik wil dat jullie in tweetallen een lied schrijven op een bestaand nummer dat jullie op het bal gaan zingen. Voor degene die ook zelf een muziekstuk kan componeren mag dat ook doen.” Ze kijkt naar Raphael. “Jullie mogen zelf kiezen met wie jullie een lied wil zingen. Het moet natuurlijk wel een jongen en een meisje zijn. In jullie klas zitten evenveel meisjes en jongens. Dat komt dus goed uit. Wie het best zingt wint en wordt later op het bal bekroond tot een koning of koningin.”
Opeens ging de bel en iedereen pakte zijn of haar tas.
“Luister nog even. Ik wil binnen 5 dagen de tweetallen weten. Anders maak ik zelf tweetallen van degene die over zijn gebleven. Jullie mogen nu weg.”
“Sterre.” Raphael ging naar Sterre toe. “Misschien, alleen als jij dat leuk vind en het wilt natuurlijk, kunnen...”
“Raphael, wij gaan samen zingen toch?” vroeg Anastacia die net aan komt lopen. “Je hebt al een lied geschreven voor mij en dat scheelt nu een heleboel werk.”
“Ik wilde net al...”
“...naar mij toe komen en mij vragen om samen te zingen?” maakte Anastacia zijn zin af. “Het antwoord is ja. Zo dat is dan geregeld. Ik ga nu eten.”
“Sorry,” zei Raphael tegen Sterre. “Ik wilde jou eigenlijk vragen.”
“Nee het maakt niets uit. Ik vind wel iemand, hoop ik.” Dat laatste zei ze zo zacht dat Raphael het niet kan horen. Sterre voelde haar ogen prikken. Ze wilde niet voor de ogen van Raphael huilen. Daarom liep ze zonder nog om te kijken zomaar ergens heen.
Ze dacht tijdens de les nog dat ze misschien met Raphael mocht zingen. Het maakte voor haar niet uit of ze winnen of niet. Alleen al met Raphael zingen was al genoeg voor haar. Als Anastacia niet was gekomen dan... “Nee Sterre,” zei ze tegen zichzelf. “Anastacia was al van plan om met Raphael audities te doen voor de musical. Dat is niet gelukt, dus heeft ze recht op om met Raphael te...” Sterre botste tegen iemand. Toen ze in zichzelf praatte had ze niet gekeken waar ze liep. Ze zag dat het Pim was. “Sorry.”
“Nee, ik moet me verontschuldigen. Ik moet niet ergens midden van de gang blijven staan. En zeker niet voor de kantoor van Hubertus.”
“Oh, waarom sta jij daar eigenlijk?”
“Ik hoorde gebonk uit het kantoortje. Ik wilde net gaan kijken wie of wat daarbinnen was en toen kwam jij. Wil je me helpen?”

Hoofdstuk 3:"Superhelden" redden

“Misschien zitten we hier wel voor altijd opgesloten.”
“Marcel, denk positief. Superhelden hebben superkrachten. Probeer jij eens die deur omver te blazen,”zei Lexie.
“Ho eens even. Ik ga nu dus niet doen alsof ik de boze wolf bent. Je weet wel als in de 3 biggetjes.”
Ze zaten al uren opgesloten in een geheim kamertje van het kantoor van Hubertus Berkelaar. Marcel wilde de in padden veranderde leerlingen redden en vroeg Lexie mee. Lexie ontdekte het geheime kamertje toen ze tegen een boekenkast leunde, waardoor het verschoof. Ze vonden daar een geheime deur. Toen ze het geheim kamertje binnengingen viel de deur in het slot.
“Oké, ik probeer voor 1 keer de deur omver te blazen,”antwoordde Marcel. “Maar als het niet lukt, dan ga ik op de grond zitten en wachten tot iemand ons bevrijdt.”
“Ja, ja, probeer het nou maar.”
Marcel blies zo hard als hij kon in de hoop dat hij de deur omver zal krijgen. “Ik kan niet meer,”zei Marcel hijgend. “Ik weet echt niet of ik wel een superheld wil worden hoor. Op deuren bonken en ze ook nog eens omver blazen. Het is voor mij te vermoeiend.”
“We kunnen dan nog lang blijven wachten op hulp. Ik denk dat alleen het schoolhoofd van dit geheim kamertje weet. Hij zal ons vast niet zo snel laten gaan,”zei Lexie.
“Het is de schuld van Heksenmeisje. Als ze de leerlingen niet in padden heeft veranderd, hoefden we ze niet te redden en zaten we hier niet opgesloten,” zei Marcel boos.
Plotseling hoorden ze twee bekende stemmen. “Het gebonk kwam hier ergens vandaan.”
“Raar dat die kast opzij is geschoven,”zei de andere stem. “Kijk Pim, hier is een geheime deur, maar het zit op slot!”
“Dat is geweldig Sterre! Het zit inderdaad op slot, maar ik kan hem wel open krijgen.”
“Dus Pim is betoverd door Heksenmeisje. Nu werken ze samen,”zei Marcel tegen Lexie. “Wacht maar Heksenmeisje. Als ik hier uit kom, krijg je met mij te maken.”
“Ja, en dan redden we samen Pim. Heksenmeisje moet Pim uit zijn betovering halen,”antwoordde Lexie.
Dan hoorden ze de twee stemmen weer:”Sterre, hoor je dat? Volgens mij is Marcel daarbinnen in die kamer.”
“Ja en ik hoor Lexie ook praten.”
“Marcel, Lexie, zijn jullie daarbinnen?”riep Pim.
“Pimmie, je bent niet betoverd door Heksenmeisje. Waarom werk je dan met haar samen?”
“Stop met het roepen van Heksenmeisje. Ik kan je bevrijden, maar ik hoef het niet. Ik maak de deur niet open als je Sterre steeds zo noemt.”
“Zie je wel, Pim is toch betoverd door Heksenmeisje,”fluisterde Marcel tegen Lexie. “Anders zou hij voor ons opkomen en niet voor haar.”
“Ik heb een idee,”zei Lexie tegen Marcel als ze even had nagedacht. “Luister.”
Lexie riep naar Pim dat zij Sterre geen Heksenmeisje meer zal roepen. Ze hoopte dat Pim hen nu wel zal bevrijden. Maar het ging niet zoals ze gepland had. Want opeens hoorden ze nog een andere bekende stem: “En wat zijn we hier van plan?”
“Eh Hubertus. Nee, ik bedoel menner Berkelaar,”zei Pim stotterend.
“Ja?”
“We hoorden stemmen en we zagen u niet, dus zijn we maar naar binnen gegaan om te kijken wie daar was, maar er is helemaal niemand.”
“Is dat zo? Waarom is die kast dan opzij geduwd?”
“Ik viel tegen de kast en daarna is hij opzij geschoven,”antwoordde Sterre snel.
“Nu we weten dat er niemand is gaan we snel weg,”zei Pim.
Marcel en Lexie hoorden dat ze weggaan. Voordat Lexie Marcel kon tegenhouden riep hij: “Pim, ga niet weg zonder mij te bevrij…” Marcel voelde een hand op zijn mond. Het was Lexie.
“Stil nou, Hubertus is…” Voordat Lexie haar zin af kon maken hoorden ze Hubertus.
“Die Pim heeft goede oren. Er is hier iemand. Twee zelfs. Twee leerlingen die in mijn kamertje zitten opgesloten. Toch Lexie en Marcel?”
Marcel en Lexie antwoordden beide niet in de hoop dat Hubertus toch dacht dat hier niemand was en dat hij weg zal gaan. Dan kon Pim hen komen bevrijden.
“Dus jullie willen niets zeggen. Jullie kunnen hier dan nog lang blijven zitten. Zonder eten of drinken!”
“Pim is mijn beste vriend en zal mij heus wel komen red…” Marcel sloeg zijn hand voor zijn mond, maar haalde het meteen weer weg. “Hier is niemand,”zei hij om de situatie nog erger te maken.
“Ik kan jullie laten gaan op voorwaarde dat jullie Pim en Sterre voor mij in de gaten zullen houden.”
“Pim is mijn vriend en ik wil hem dus niet in de gaten houden om later aan u te vertellen wat hij allemaal doet.”
“Is dat soms een nee?”
Marcel dacht na. Zijn beste vriend verraden was niet de oplossing, maar anders zal hij en Lexie dood gaan van de honger. “Goed we doen het! Laat ons dan nu vrij!”
Er werd een sleutel in het slot gestopt en de deur wordt open gedaan. Marcel en Lexie keken in de ogen van Hubertus.
“Wegwezen, maar onthoud 1 ding. Jullie gaan voor mij Pim en Sterre in de gaten houden en vertellen elke dag na schooltijd aan mij wat ze doen. Begrepen?”
Marcel en Lexie zeiden tegelijk dat ze het begrepen hebben.
“Ik heb nog een vraagje, waar zijn de padden eigenlijk gebleven?”vroeg Marcel nadat hij het kantoortje had bekeken.
“Dat zijn niet jouw zaken, dus bemoei je je er niet mee.”
Hubertus duwde Marcel en Lexie het kantoortje uit. “En niet vergeten: straks na schooltijd komen jullie aan mij vertellen wat Pim en Sterre doen. Anders zullen jullie deze jaren op school niet snel vergeten.” Hij deed de deur dicht en liep naar de geheime kamer. Daar pakte hij zijn padden. “Mijn lievertjes. Die twee onbeschofte leerlingen hebben jullie toch niet bang gemaakt?”

Hoofdstuk 4: Het telefoongesprek

“Raphael, zullen we straks nog even oefenen met dat liedje?” vroeg Anastacia. “Ik weet het, ik ben een natuurtalent, maar een beetje oefening kan geen kwaad, toch?”
Raphael stond bij zijn kluisje om zijn boeken te pakken. Nadat hij dat had gedaan liep hij weg zonder iets te zeggen.
“Raphael, heb je gehoord wat ik net zei?”
Raphael antwoordde niet, maar bleef wel staan.
“Je begrijpt toch zeker wel dat, als je niet met mij zingt, ik nog steeds een gesprekje met jou vader kan gaan voeren?”
“Dat was alleen voor de musical. Je zou je mond houden en ik zou een lied voor je schijven. De musical gaat niet door, dus deze afspraak ook niet.”
“Een lied schrijven voor een valentijnsbal is ook niet echt iets klassieks, of wel?”
Raphael wist zo gauw niets te zeggen. Als hij dit gesprek won, kon hij naar Sterre toe gaan en vragen of ze met hem wil zingen. Maar dan zal Anastacia naar zijn vader gaan om te zeggen dat hij geen klassieke muziek speelt.
“Dus het is geregeld?” vroeg Anastacia ongeduldig als ze zag dat Raphael geen antwoord wilde geven. “Dus jij gaat met mij zingen?”
“Goed, maar na Valentijnsdag is dit gedoe afgelopen. Jij praat met niemand, zeker niet met mijn vader, over het feit dat ik tijdelijk geen klassieke muziek speel.”
“Dat is dan geregeld.” Ze hoefde niet bang te zijn dat ze Raphael zal kwijtraken. Hij zal zo verliefd op haar worden. Anastacia liep naar Sterre en Pim die er net samen aan kwamen lopen.”Sterre, weet je het al? Raphael gaat met mij het lied zingen voor Valentijnsdag! Dat is geweldig toch?”
“Dat is heel fijn voor je. Anastacia, misschien ben je het vergeten, maar ik stond erbij toen je hem vroeg.”
“Als jullie verder praten, dan ga ik alvast naar de kantine,” zei Pim die zich een beetje ongemakkelijk voelt bij de twee meisjes. “Kom je zo ook?”
“Ja, ik kom zo ook,” riep Sterre terug.
“Sterre, heb jij al iemand om samen mee te zingen voor Valentijnsdag?”
“Nee, nog niet. Ik wil aan Camilia vragen of ik echt moet meedoen. Ik wil niet zo graag gaan zingen,” antwoordde Sterre. In haar hart wist ze dat ze dolgraag wil zingen, maar dan wel samen met Raphael. Maar dat kon niet meer. Anastacia gaat al met hem zingen.
“Als jij niet meedoet blijft er een jongen over die ook niet mee kan doen, maar die misschien wel wil zingen. Waarom ga je niet met die jongen van net, Pim?”
“Hij wil ook niet zingen. Daarom wil ik dus naar Camilia gaan om te zeggen dat Pim en ik niet willen gaan zingen.”
Anastacia ging over een ander onderwerp: “Weet je dat Raphael, nadat hij zal horen hoe mooi ik zing, zo verliefd op mij zal worden?”
“Echt?”
“Ja, hij kijkt dan diep in mijn ogen, we komen dichter bij elkaar en dan...” Anastacia zuchtte en ging verder, “Iets waarop ik al zo lang heb gewacht, de zoen.”
“Ik.. ga even naar Camilia,” zing Sterre. Ze liep weg zonder dat Anastacia het doorhad. Ze ratelde maar door. “We zijn gewoon voor elkaar gemaakt. Een perfect stel.”
Sterre wilde naar het musicallokaal lopen om Camila te spreken, maar bleef staan bij het kantoortje van Hubertus. Ze hoorde hem telefoneren.
“Ze oragniseren een valentijnsbal en daar kunnen we perfect gebruik van maken.” Hubertus luisterde naar de andere kant en zei daarna: “Ewan zal dan eindelijk weer kunnen horen wat we zeggen. Dan zal...”
“Heksenmeisje.” Sterre draaide geschrokken zich om en zag Marcel. “We zijn bevrijd, maar niet door jou of Pim, maar door een persoon die jij nooit zal raden. Ja, raad maar.”
“Eh, Hubertus misschien?”
“Hoe weet je dat?” vroeg Lexie die naast Marcel stond.
“Jij weet het, omdat je een heks bent en heksen weten alles!” riep Marcel boos en ging weg. Hij trok Lexie met zich mee.
Sterre hoorde het al lang niet meer. Ze dacht na over de laatste woorden die ze nog net kon opvangen uit het telefoongesprek van Hubertus. “Dan zal hij zijn koptelefoon nooit meer nodig hebben.” Bedoelde hij daarmee Raphael?

Hoofdstuk 5: De ontdekking

Sterre liep naar de kantine waar Pim op haar zat te wachten. Ze ging gelijk naast hem zitten. “Pim, ik heb misschien iets ontdekt,” zei Sterre fluisterend. “Ik hoorde Hubertus in een telefoongesprek vertellen dat ze gebruik gaan maken van de valentijnsbal en dat iemand zijn koptelefoon nooit meer nodig zal hebben. Ik denk dat hij Raphael bedoelt, want op deze hele school draagt alleen hij een koptelefoon.”
“We zullen straks in het kantoortje zoeken naar aanwijzingen of het echt Raphael is, maar we moeten nu snel naar geschiedenis. Straks zijn we weer te laat.”
Snel liepen ze naar het geschiedenislokaal. De meeste klasgenoten zaten al in het lokaal. Anastacia zat naast Raphael, dus Sterre ging naast Pim zitten.
“Ik heb al eens aan jullie verteld over de legende van de vijf.” Leopold liep door het lokaal. “Deze vijf kinderen hebben extreem goed ontwikkelde zintuigen. Van deze vijf is 1 haar goed ontwikkelde zintuig kwijtgeraakt.”
Sterre zag dat Leopold naar Anastacia keek die haar zonnebril niet op heeft. Is zij de 1 van de Vijf? Een paar dagen geleden had Leopold tegen haar en Pim gezegd dat ze twee van de Vijf zijn. Is dat waar?
“De Vijf moeten hun krachten bundelen om de donkere druïden te verslaan. Onthoud dit: niet iedereen is te vertrouwen. Genoeg over dit onderwerp, we gaan verder met de Romeinen.”
Terwijl Sterre haar boeken over de Romeinen pakte fluisterde ze tegen Pim. “heb je gezien hoe hij net naar Anastacia keek? Is zij 1 van de vijf?”
“Misschien wel, we moeten eerst te weten komen wat Leopold weet over de Vijf. Hij weet meer dan hij wil vertellen.”
“Pim en Sterre, meer opletten en minder praten.”
Sterre schrok. Leopold keek naar haar alsof hij wilde zeggen dat hij ze straks willen spreken.
Na de bel bleven Pim en Sterre even zitten. Als Leopold de deur dicht had gedaan zei hij: “Jullie zijn twee van de Vijf. Dat heb ik al eens eerder gezegd. Jullie moeten echt oppassen voor de donkere druïden.” Leopold richtte zich tot Pim. “Jouw reuk is zeer goed ontwikkeld, daarom val je steeds flauw.” Leopold richtte zich nu tot Sterre. “En jij Sterre, jouw tast is erg goed ontwikkeld. Jullie moeten je gaven niet verbergen, maar goed gebruiken. Als ik dit eerder had gezegd, dan was Anastacia niets overkomen.”
“Anastacia, is ze ook 1 van de Vijf?” vroeg Pim.
“Dat klopt, haar speciale gave is haar zicht, maar die gave is ze nu helaas kwijtgeraakt. De donkere druïden hadden het afgepakt.”
“Dat vindt ze anders niet zo erg,” zei Sterre.
“Het lijkt niet erg, maar het is het wel. De donkere druïden kunnen jullie gaven wegnemen en misbruiken,” zei Leopold.
“Hoe doen ze dat dan? Doen ze het soms net als bij Anastacia in een droom? En wie zijn de rest van de Vijf?” vroeg Sterre.
“Raphael en Marcel zijn ook twee van de Vijf. De gaven wegnemen hoeft niet perse in een droom, maar het moet wel op de juiste tijdstip en plaats gebeuren. Ik heb ontdekt dat hun volgende ritueel op 14 februari is. De plaats en persoon weet ik nog niet.” Leopold keek op zijn horloge en zei dat ze moeten gaan. “Jullie pauze is al lang begonnen.”
Pim en Sterre liepen de gang op. Ze moesten nog het kantoortje van Hubertus onderzoeken. Onderweg daarheen praatten ze over wat Leopold net had verteld.
“Ik denk dat Leopold zelf een donkere druïde is. Hoe weet hij anders al die dingen,” zei Pim. “We moeten nu wel eerst het kantoor van Hubertus onderzoeken. Ik wil weten of er werkelijk iets zal gaan gebeuren op het valentijnsbal.”
Sterre had nog steeds niet aan Camila verteld dat ze niet ging zingen. Dat doet ze later wel. Eerst zal ze moeten onderzoeken of Hubertus met zijn laatste zin uit het telefoongesprek echt Raphael bedoelde.
Sterre en Pim waren bij het kantoortje aangekomen. Hubertus was er niet. Ze gingen daarom snel naar binnen. Pim zocht het bureau door en Sterre de boekenkast. Ze zochten naar aanwijzingen of er echt iets zal gebeuren op 14 februari op het valentijnsbal. Sterre schoof zomaar een paar boeken op zij en ziet een verborgen vakje.
“Pim, ik heb een geheim deel van de boeken kast gevonden, maar het zit op slot. Kun jij hem openmaken?”
Pim pakte zijn gereedschappen en binnen een paar minuten had hij het open gekregen. Er zaten foto’s in.
“Maar dit zijn foto’s van...” Van schrik kon Sterre haar zin niet afmaken.
Pim pakte zijn voicerecorder en sprak iets in. “Het zijn foto’s van Marcel, Raphael, Anastacia, Sterre en mezelf. Het vreemde is dat er een kruis door Anastacia’s foto was getekend. Er stond een datum op, maar het was zo vervaagd dat ik het niet meer kan lezen. Op de foto van Raphael staat ook een datum: 14 februari.”
“Pim, dit is het bewijs. Het bewijs dat Leopold niet heeft gelogen. Wij zijn de Vijf en op het valentijnsbal zal er iets gebeuren met Raphael. Sterre keek met verschrikte ogen.

Hoofdstuk 6: Ruzie

“Lexie, vind je niet dat Sterre en Pim de laatste twee dagen zo raar doen?” vroeg Anastacia? “Ze hebben het steeds over 14 februari en een ritueel. En als ik kom doen ze alsof ze over iets anders praten.”
“Volgens Marcel is Sterre een heks. Dat zou wel veel verklaren.”
“Een heks, dat geloof je toch zelf niet?”
Anastacia en Lexie liepen naar het musicallokaal om te oefenen voor het lied voor Valentijnsdag. Lexie moest de stem van Anastacia vervangen, anders zou Anastacia aan iedereen vertellen dat Lexie vroeger een winkelcentrum in brand had gezet.
Ze wilden net het lokaal binnen gaan, toen ze opeens stemmen hoorden. Het waren de stemmen van Pim en Sterre
“De tekens op de grond vlakbij de piano zijn waarschijnlijk bedoelt om aan te geven wie het is,” zei Pim.
“In dit geval dus Raphael, Nu moeten we alleen nog weten waar het ritueel zal plaatsvinden.”
“Waarschijnlijk in de gymzaal waar het bal zal zijn.”
“Waarom staan zij hier in plaats van Raphael?”vroeg Anastacia fluisterend aan Lexie. “Raphael zou hier moeten staan om met mij te oefenen.”
“En ze hebben het over Raphael, het bal en een ritueel.” Lexie dacht na en riep iets te hard: ‘Anastacia, ze gaan op het bal een ritueel uitvoeren met Raphael!”
Sterre en Pim keken betrapt het tweetal aan. Ze hebben alles gehoord wat ze net zeiden.
“Zo, leg dat maar eens uit. Wat zal er op het valentijnsbal gebeuren met Raphael,”vroeg Anastacia aan Pim en Sterre.
“Zal er op het bal iets met mij gebeuren?”vroeg Raphael die er toevallig langs kwam lopen.
Sterre keek smekend naar Anastacia in de hoop dat ze niets zal vertellen. Nu nog niet. Anastacia begreep de boodschap.
“Natuurlijk! Jij wordt koning van het valentijnsbal! We gaan echt winnen met dat lied!”
“Oh ja, dat is waar ook. Ik moet nog met jou zingen,”zegt Raphael. Hij liep weg
Anastacia keek hem na en zei: “Ik heb voor hem iets verzwegen wat hij eigenlijk moest weten. Nu gaan jullie mij eens haarfijn uitleggen wat er op het bal zal gebeuren.”
“Ik zal dan maar eens gaan,”zei Lexie.
“Nee, jij blijft hier,”zei Anastacia. “Jij bent getuige van wat ze nu gaan zeggen.”
Sterre en Pim zagen dat ze hier niet onderuit konden komen. Ze besloten daarom de waarheid te zeggen.
“Raphael is één van de Vijf. De donkere druïden willen zijn gave wegnemen en misbruiken,”begon Sterre.
“Op het bal zal zijn gave uiteindelijk worden uitgepakt. Ze doen dat door middel van een ritueel,”ging Pim verder.
“Ja, dat zal wel. Raphael is één van de Vijf en ik ben de president van Amerika,”zei Anastacia spottend. “Als Raphael één van de Vijf is, wie zijn de andere vier dan?”
“Sterre, Marcel, jij en ik,”antwoordde Pim.
“Juist, wat is mijn speciale gave dan? Is het soms mijn mooie zangtalent of mijn uiterlijk of mijn…”
“Het is je zicht,”zei Pim. Ik kan beter vertellen: het was je zicht. Je bent het kwijtgeraakt. De donkere druïden hebben het weggenomen.”
“Lexie, je kunt wel zien dat we uit twee verschillende families zijn opgevoed. Als je niet zo rijk bent gaat je fantasie op hol slaan.”
Lexie, die al die tijd niets heeft gezegd, bleef ook dit keer stil. Ze durfde niets te zeggen, omdat zij ook niet bepaald rijk was.
“Als je het toch niet gelooft, heeft het geen zin om onze tijd aan jou te verspillen. Sterre, laten we gaan. We moeten nog iemand gaan redden,”zei Pim boos.
“Eh, ja we gaan,” zei Sterre.
Anastacia keek hen boos na. Opeens kreeg ze een idee.
“Zij zeggen dat Raphael één van de Vijf is en er iets met hem zal gaan gebeuren.”
“Maar dat geloofde jij toch niet?”vroeg Lexie.
“Eerst niet, maar als ik Raphael red, wordt hij smoorverliefd op mij. Niemand zal dan nog tussen ons komen staan. Lexie, en jij gaat mij daarbij helpen.”

Hoofdstuk 7: Opgesloten

“Anastacia ons niet wil geloven, dan bekijkt ze het maar!”
“Pim, zit er niet zo over in. Anastacia is gewoon... eh...” Sterre wist zo gauw niets te bedenken. “Ze is gewoon... Anastacia. Ze zegt dingen zonder erbij na te denken,” zei Sterre. “We kunnen ons beter op iets anders richten dan die ruzie.”
“Je hebt gelijk, we moeten nog weten hoe laat het ritueel met Raphael plaatsvindt.”
“Als ik naar het kantoor van Hubertus ga, dan ga jij naar Leopold,” Sterre schrok. Het kwam eruit voordat ze het doorhad.
“Oke, ik zal dan proberen te weten komen wat Leopold nog weet over het ritueel. Jij kijkt dan in het kantoortje of je iets vindt over het tijdstip van het ritueel,” zei Pim.
Sterre twijfelde. Zal ze het echt durven om helemaal alleen het kantoortje van Hubertus door te zoeken.?
“Je hoeft niet alleen te gaan als je dat liever niet wilt,” zei Pim alsof hij haar gedachten kan lezen.
“Nee, ik ga wel alleen. Het is al over vijf dagen 14 februari. We moeten tijd besparen.”
“Goed dan. Ik ga dan nu naar Leopold. Het is nu toch pauze. Ik zie je dan straks tijdens de musicalles.” Pim liep richting het geschiedenislokaal om Leopold te zoeken. Daarom ging Sterre naar het kantoor van Hubertus.
Het was er donker. Door de ramen kon Sterre zien dat er binnen niemand was. Ze deed de deur open en ging naar binnen. Daarna ging ze naar de boekenkast met het geheime vakje. Het zat dit keer niet op slot. Ze maakte het open, maar het was leeg. Behalve de foto’s die ze vorige keer hadden gevonden. Daarom doorzocht ze de bureauladen. Plotseling zag Sterre door het raam dat Leopold aankwam lopen. Ze verstopte zich gauw onder de bureau.
Hubertus liep naar binnen. “Hoe durven die twee ettertjes niet te melden waar zij mee bezig zijn. Daarom zullen ze hun schoolperiode niet snel vergeten. Maar eerst Kai bellen.”
Sterre dacht na. Wie was Kai? Is hij ook een donkere druïde? Straks zal ze het aan Pim vertellen. Eerst luisterde ze even naar wat Hubertus aan Kai zal vertellen.
“Kai, met Hubertus. De valentijnsbal begint om 8 uur. Hoe laat begint het ritueel?”
Hubertus luisterde naar wat Kai en zei dan: “Goed, ik schrijf het op en zorg dat die avond alles klaar staat. Niemand zal ons dan nog storen.”
Hubertus schreef iets op een blaadje en stopte het in het geheime vakje in de boekenkast. Straks, als hij wegging zal Starre het blaadje pakken.
Hubertus wilde net weggaan, maar zag iets waardoor hij bleef staan. Een schoen onder de bureau waar hij niet thuishoorde. Het was de schoen van...
“Mevrouw de Wit, goed verstoppen is niet 1 van jouw beste eigenschappen. Vind je niet?”
Sterre bevroor. Hij had haar gezien. Er was geen ontkomen meer aan. Daarom kwam ze maar onder de bureau vandaan.
“Ik... was mijn armband verloren en ben hem hier gaan zoeken.”
“Bespaar mij je smoesjes. Vertel, wat heb je gehoord?”
“Ik hoorde alleen maar iets over het bal, meer niet.”
“Sterre, jij weet veel te veel over dingen die jij niet mocht weten. Dat is geen goed nieuws voor jou.” Terwijl Hubertus dat zei, liep hij naar de boekenkast, duwde hem weg en maakte het geheim kamertje open.
Sterre zag geen kans om weg te glippen. Hubertus hield haar constant in de gaten. “Wat gaat u doen?”
“Het liefst zou ik je uit de weg willen ruimen, maar daar ben je te kostbaar voor. Dat weet je misschien nu ook wel. Het lijkt me beter als je nu een dutje doet.”
Hubertus pakte haar hand vast en trok haar mee naar het geheim kamertje. Sterre probeerde zich los te rukken, maar daardoor viel haar handschoen op de grond. Haar hand zonder handschoen raakte Hubertus per ongeluk aan. Opeens voelde ze een koude rilling door haar lichaam. Haar hand zat vol met ijs. Sterre werd het kamertje in geduwd en de deur werd op slot gedaan.
“Laat me eruit!” Sterre bonkte op de deur, maar het bleef dicht.
“Slaap lekker Sterre,” zei Hubertus.
Opeens hoorde Sterre een sissend geluid. Ergens ontsnapte gas. Sterre was in paniek. Ze bonkte weer op de deur, zo hard als ze kon, maar met haar ene hand vol ijs lukt dat niet zo goed. Toch gaf ze het niet op. Maar tevergeefs, de deur bleef op zijn plek.
“Wat dacht ik nou, dat ik de deur om ver kon duwen?” zei Sterre in zichzelf. Ze werd duizelig. Haar oogleden werden zwaar. Ze ging zitten op de grond. Ze probeerde nog wakker te blijven, maar daarna ging het lichtje in haar hoofd uit.

Hoofdstuk 8: Anastacia de "detective"

“Het is pauze, wat doet Pim dan in het geschiedenislokaal?” vroeg Lexie aan Anastacia. Ze waren samen Pim aan het bespieden.
“Zeker niet om iets te vragen over geschiedenis,” antwoordde Anastacia. Ze liepen samen naar de deur. Misschien dat ze zo iets konden opvangen over hun gesprek.
“Wat weet u nog meer over het ritueel?” vroeg Pim aan Leopold die in het lokaal zat. “Hoe kunnen we het stoppen?”
“Dat weet ik nog niet, maar jullie mogen Raphael die avond niet uit het oog verliezen.”
Anastacia en Lexie zagen door de ramen dat Pim uit het lokaal wilde. Daarom gaan zij op een paar meter afstand van het lokaal staan. Ze zagen dat Pim het lokaal uit kwam.
“Laten we even met geschiedenisleraar een gesprekje voeren,” zei Anastacia terwijl ze naar het lokaal liep. Leopold wilde net het lokaal uit gaan, maar Anastacia versperde zijn weg.
“Menner, ik zou graag een gesprekje met u willen voeren over donkere druïden.”
“Oh, 5 minuutjes dan. Jullie moeten zo naar jullie volgende les,” zei Leopold. Hij was verbaasd dat de twee meisjes iets wilden weten over donkere druïden.
“Ben ik 1 van de Vijf?” vroeg Anastacia.
Leopold leek van zijn stuk gebracht te zijn door Anastacia. Hoe wist zij dat ze 1 van de Vijf was?
“Menner heeft u mij gehoord? Ben ik 1 van de Vijf?”
“Het is nogal een ingewikkeld onderwerp. Dus misschien kan Lexie even naar buiten gaan?”
“Zij blijft hier bij mij. Ze zal niet door vertellen. Toch Lexie?’
“Eh ja, ik zal niets aan anderen vertellen.”
Goed, ik zal jullie het vertellen. Anastacia jij bent 1 van de Vijf. Je gave, zicht, is door de donkere druïden weggenomen. Wat ze ermee willen weet ik niet, maar ze gaan het wel misbruiken.”
“Dat weet ik al. Pim heeft het verteld. Mag ik vragen wat hij net bij u deed?” vroeg Anastacia.
“Dat is iets tussen Pim en Mij. Dat kan ik jullie helaas niet vertellen.”
“Heeft het soms iets te maken met het feit dat er op het valentijnsbal iets zal gebeuren met Raphael?”Anastacia vertelde dat Pim en Sterre dat aan haar en Lexie hebben verteld. De meeste dingen wisten ze dus al. Ze wilden alles nog even zeker weten.
“Aangezien jullie veel dingen daarover al weten, dan speel ik wel open kaart.” Leopold vertelde dat de Vijf voorbestemd waren om de donkere druïden te verslaan. De donkere druïden konden de gaven wegnemen. Dat was al gebeurd bij Anastacia en gaat gebeuren op het valentijnsbal bij Raphael.
“Hoe laat dan?” vroeg Lexie.
“Dat weet ik nog niet. Misschien dat Pim het weet. Vraag het maar aan hem,” antwoordde Leopold. “Nu gaan jullie weg. De bel gaat zo.”
Lexie en Anastacia gingen lokaal uit.
“Dus Pim en Sterre hadden toch gelijk dat er iets zal gebeuren met Raphael op het bal. Misschien moeten we zij eens in de gaten gaan houden,” zei Anastacia
“Ja, zij weten misschien meer over het ritueel.”
“En dan ga ik Raphael redden, dus niet Pim en Sterre of iemand anders. Hij wordt dan echt zo verliefd op mij dat hij nooit meer naar andere meisjes kijkt.”
“Echt waar?” vroeg Lexie.
“Natuurlijk! En als ik hem gered heb, gaan we ook nog samen dansen als koning en koningin, want we gaan zeker winnen met het liedje.”
“Eh, de bel gaat zo, zullen we niet alvast naar het musicallokaal gaan?”
“Ja, dat is een goed idee. Misschien is Raphael daar al.”
Samen gaan ze naar het musicalllokaal. Ze weten alleen niet dat daar iemand afwezig zal zijn.

Hoofdstuk 9: Sterre vermist

Pim liep door de gangen van de school. Hij zocht Sterre. De pauze was al bijna voorbij en ze moesten naar het musicallokaal. Pim zag Anastacia en Lexie voor de deur van het musicallokaal. Hij vroeg aan hen of ze misschien Sterre hadden gezien. Dat vroeg hij ook aan Marcel en Raphael. Maar niemand had haar gezien.
Camilia stelde hem gerust: “Misschien is ze wel niet lekker geworden en naar huis gegaan.”
De musicalles verliep te langzaam voor Pim. Hij wilde weten waar Sterre was en wat er met haar was. Hij was zo ongerust dat hij zich niet kon concentreren en al een paar keer was gewaarschuwd dor Camila.
Na de musicalles hadden ze geschiedenis. Ze hadden het daar weer over de Romeinen. Pim kon ook daar zijn aandacht er niet bij houden. Maar dan vertelde Leopold iets waardoor hij weer begon op te letten. Hij vertelde over de donkere druïden. Dat ze bij rituelen altijd een zwarte cape droegen. Ze werden ook niet graag gestoord bij hun rituelen, omdat er een grote kans bestond dat hun rituelen mislukten.
Pim schreef alles op wat Leopold zei in zijn schrift. Misschien dat hij ze later nog kon gebruiken.
Na de les haastte hij zich naar het kantoor van Hubertus. Hij hoopte dat hij Sterre daar zal gaan vinden. In het kantoor zag hij niemand. Hij maakte gebruik van het feit dat er niemand in het lokaal was en ging naar binnen. Misschien had Sterre niets in het kantoor gevonden, omdat de geheime deur en het vakje op slot zat. Sterre kon het natuurlijk niet openmaken. Daarom liep Pim naar de boekenkast en schoof wat boeken opzij. Hij pakte zijn lopersset en probeerde het geheime vakje open te breken. Na een paar minuten had hij het open gekregen. Pim doorzocht het vakje, maar vond alleen wat hij en Sterre de vorige keer ook hadden gevonden: foto’s van hun. Opeens zag hij een klein wit opgevouwen blaadje in het vakje. Hij pakte het en las wat er op stond. “Raphael, 14 februari, tijd 20:07.”
Pim pakte zijn voicerecorder en sprak in wat hij net had gelezen: “Om 7 minuten over 8 uur ’s avonds op het valentijnsbal zal er iets gebeuren met Raphael. Raphael zelf weet er hoogstwaarschijnlijk nog niets van.”
Pim stopte zijn voicerecorder terug in zijn tas en deed het vakje weer op slot, zodat het leek alsof er niemand aan het vakje was gekomen. Ook had hij, voordat hij het op slot deed, het blaadje terug gelegd.
Pim wilde net kantoortje uitlopen toen hij plotseling op de grond vlakbij de boekenkast iets roods zag. Het was de rode handschoentje van Sterre. Hij pakte het van de grond en haalde weer zijn voicerecorder uit zijn tas.
“Vreemd. Ik heb net het rode handschoentje van Sterre gevonden. Het lag op de grond vlakbij de boekenkast. Waarom het daar lag is nog onbekend.”
Pim dacht na. Sterre zou nooit haar handschoen zomaar ergens laten slingeren. Haar rode handschoen had ze altijd om. Een paar weken geleden, toen Marcel haar handschoentje afpakte, was Sterre daar er verdrietig over. Dus het feit dat haar handschoen op de grond in het kantoor van Hubertus werd gevonden, was erg vreemd. Ze zou het vast niet expres op de grond hebben laten vallen.
Hij stopte het handschoentje en zijn voicerecorder in zijn tas. De handschoen zou hij later wel terug geven als hij haar had gevonden. Hij was nog steeds ongerust over haar.
Plotseling zwaaide de deur van het kantoortje open en stond Hubertus in de deuropening.
“Wat doe jij in mijn kantoor? Ik heb jou al vaak genoeg betrapt in mijn kantoor. Zeg me wat je nu weer aan het doen bent,” zei Hubertus boos.
“Ik zocht Sterre. Ze was niet bij de musicalles en ook niet bij geschiedenis. Niemand weet waar ze is. Weet u het misschien?”
“Oh, Sterre, ik weet waar ze is. Ze voelde zich een beetje duizelig en was dus naar huis gegaan.”
“Ik ga dan ook maar naar huis. De lessen zijn toch al afgelopen.” Pim wilde net weglopen, maar Hubertus hiel hem tegen.
“Niet zo snel. Dit is mijn laatste waarschuwing. De eerste de beste leerling die ik in mijn kantoor betrap, die vlieg de school uit, letterlijk! Heb je dat begrepen?”
“Ja, meneer Berkelaar,” zei Pim bedeesd. Daarna ging hij gauw weg. Hij vertrouwde Hubertus voor geen meter. Hubertus zei dat Sterre duizelig was en naar huis was gegaan, maar waarom lag haar handschoen dan op de grond? Hij zal het in het huis wel verder onderzoeken.

Hoofdstuk 10: Dromen of werkelijheid

 

“Raphael, waar ben je?” Sterre rende door de gangen van de school op zoek naar Raphael. Het was al 20:05. Sterre had nog 2 minuten de tijd om Raphael te redden. Ze hoorde prachtig piano muziek in het musicallokaal. Het was Raphael die het speelde. Ze herkende de melodie. Het was het liedje dat Raphael voor Anastacia heeft geschreven. Sterre rende naar het musicallokaal en bonkte op de deur, maar die zat op slot.
Opeens was ze in het geheime kamertje van Hubertus. Ze probeerde de deur van het kamertje open te krijgen, maar het lukte niet, want het zat op slot. Ze blijft op de deur bonken. Dan hoorde ze Hubertus zeggen: “Slaap lekker Sterre.” Sterre was in paniek als ze het sissende geluid van ontsnapt gas hoorde. Ze bonkte daardoor nog harder op de deur.
Dan staat ze plotseling weer voor de deur van het musicallokaal. Raphael was nog steeds aan het piano spelen.
“Raphael, stop met het piano spelen. Je moet stoppen!”
Het was 20:07. Sterre hoorde Raphael door de deur heen schreeuwen.
“Mijn oren!”
Het was te laat. Sterre had Raphael niet kunnen redden.
“Raphael!” Sterre schoot overeind. Ze zat op haar eigen bed in het Huis Anubis.
Arlene kwam de kamer binnen. “Ik hoorde je roepen. Heb je een nachtmerrie gehad?”
“Ja.” Sterre keek om zich heen. Hoe kon ze in het Huis Anubis zijn als ze net nog in het geheim kamertje van Hubertus was opgesloten?
"Hoe... hoe kan dit? Hoe kom ik hier. Ik was toch op school?" Sterre kon zich niet herinneren dat ze naar huis was gegaan.
"Hubertus heeft je naar hier gebracht. Je zei tegen hem dat je je duizelig voelde."
Sterre antwoordde niet terug. Zelfs dat kon ze zich niet herinneren.
"Ik zal wel wat lekkers voor je klaarmaken. Dan voel je je vast stukken beter. De anderen zullen zo ook wel thuiskomen van school." Arlene ging de slaapkamer uit.
Sterre kwam uit bed en ging bij haar bureau zitten. Ze dacht na over over haar dromen. In het begon droomde ze dat de ritueel met Raphael om 20:07 begon. Ze droomde ook over dat ze was opgesloten in het geheime kamertje door Hubertus, terwijl ze, toen ze wakker werd, het gevoel had dat ze een paar uur geleden echt was opgesloten.
Plotseling voelde ze dat haar ene hand geen handschoen aan had. Misschien lag het op haar bed. Ze doorzocht haar bed, maar kon het niet vinden.
"Sterre." Pim was zonder dat Sterre het wist haar kamer binnen gekomen. "Je was niet bij de musicalles en ook niet bij geschiedenis. Ik maakte me zorgen. Waar was je?"
"Ik weet het niet. Arlene zei dat ik duizelig was en daarna door Hubertus hierheen was gebracht, maar ik kan me daar niets van herinneren. Ik droomde over dat ik was opgesloten door Hubertus, maar ik heb het gevoel dat ik, voor dat ik thuiskwam, echt opgesloten was. Nu weet ik het niet meer zo zeker door mijn droom."
"Ik heb wel je handschoentje gevonden in het lokaal van Hubertus. Hoe kwam hij daar?"
"Mijn handschoen! ik was er naar opzoek voordat je kwam." Sterre nam haar handschoen dankbaar aan en deed het gelijk om.
"Ik heb het tijdstip ontdekt wanneer het ritueel met Raphael zal plaatsvinden," zei Pim. " Het is om acht..."
"...uur en 7 minuten 's avonds," maakte Sterre zijn zin af.
"Hoe weet jij dat?" vroeg Pim verbaasd.
Sterre vertelde dat ze in een droom Raphael aan het zoeken was en hem had gevonden. Ze wist in haar droom ook het tijdstip van het ritueel. Uiteindelijk was het haar niet gelukt om Raphael te redden.
"Laten we hopen dat het in het echt wel zal lukken," zei Pim.
Sterre begon over iets anders:"Jij was toch naar Leopold gegaan? Wat heb jij daar allemaal ontdekt? Heeft hij iets bruikbaars verteld?"
"Dat zijn dus 3 vragen waarop ik een antwoord moet geven. Ik zal het belangrijkste vertellen. Ik heb daar niet veel ontdekt. Alles wat hij weet, weten wij ook."
"Dus hij weet ook dat er iets met Raphael zal gebeuren?"
"Leopold zei alleen dat wij Raphael die avond in de gaten moet houden. We mogen hem niet uit het oog verliezen."
"Er staat wat lekkers voor jullie klaar. Komen jullie?" Arlene stond bij de deur van de slaapkamer.
"Ja, we komen zo," antwoordde Pim.
Arlene verdween naar beneden.
"Wat heeft ze allemaal gehoord? Hoe lang stond ze daar al?" vroeg Pim.
"Ik denk dat ze net was gekomen. Ze zal vast niet veel gehoord hebben."
"We mogen niemand vertrouwen. Misschien hoort ze ook wel bij de donkere druïden."
"Ga jij maar vast naar beneden. Ik kom zo."
Wanneer Pim weg was dacht Sterre na. Ze kon weliswaar niet met Raphael op het bal zingen, maar ze kon hem wel op het bal redden van de donkere druïden. Dat gaat haar hopelijk lukken ook. "Dromen zijn niet echt, dromen zijn niet echt. Het gaat ons lukken," zei Sterre steeds in zichzelf. Daarna ging ze ook naar beneden.

Hoofdstuk 11: Een deel van de waarheid

De volgende dag, wanneer Sterre weer op school was, ging Sterre gelijk door naar het musicallokaal. Ze wilde aan Camila gaan vertellen dat ze niet wilde gaan zingen op het valentijnsbal. Maar in het lokaal trof ze iemand anders aan. Het waren Hubertus en de bibliotheekdame Wietteke. Ze waren iets aan het overleggen. Sterre verstopte zich gauw achter de deur, Af en toe gluurde ze eventjes naar binnen.
"Dit lokaal is die avond dan verboden toegang. Als de portalen geopend zijn, zal er bij het ritueel ook een piano zijn,” zei Hubertus terwijl hij naar de piano in dit lokaal wees.
“Maar het moet wel in de midden van de steencirkel staan. En daan gaan wij rondom die piano staan,” zei Wietteke.
Sterre schrok. Pim had ongelijk over dat het ritueel in de gymzaal zal worden uitgevoerd. Het was in de musicallokaal. Eigenlijk was het ook niet echt in het musicallokaal. De portalen gaan in dit lokaal open en van daaruit gingen de donkere druiden naar het plek van het ritueel. Niet alleen Hubertus was een donkere druide, maar de bibliotheekdame Wietteke ook. Sterre keek weer voorzichtig naar binnen. Ze zag dat ze aanstalten maakten om het lokaal weer te verlaten. Wanneer Sterre het gezicht van Hubertus zag, zag ze het beeld voor zich dat Hubertus haar meetrok naar de geheime kamer. Ze probeerde zich los te rukken, maar daardoor viel haar handschoen op de grond. Ze werd door Hubertus het kamertje ingeduwd en de deur werd op slot gedaan.
Opeens was ze weer terug achter de deur van het musicallokaal. Ze zag dat Hubertus en Wietteke naar buiten wilden gaan. Snel ging ze op een veilige afstand van het lokaal staan. De tweetal gingen het lokaal uit Hubertus liep richting zijn kantoor en Wietteke richting de bibliotheek van de school.
Sterre wilde Pim gaan zoeken. Ze wilde hem gaan vertellen wat ze net had gezien en gehoord en wat ze opeens zag toen ze het gezicht van Hubertus zag.
Pim stond bij de kluisjes. Hij spoot net weer een heleboel deodorant op zichzelf Sterre liep naar hem toe.
“Is jouw alarm weer eens afgegaan?” vroeg Sterre. Ze wist even niet wat ze moest zeggen om een gesprek te beginnen.
“Ja, het is wel erg vervelend dat ik het steeds moet doen.”
“Ik heb net weer wat ontdekt.” Sterre keek rond of het veilig genoeg was om het te vertellen. De meeste leerlingen bij de kluisjes zaten in een geprek. Ze zouden dan vast geen aandacht schenken aan wat ze nu ging zeggen. “Ik wilde Camila gaan zoeken in het musicallokaal. Maar daar trof ik Hubertus en Wietteke aan. Ze waren iets aan het overleggen. Ze zeiden dat als de portalen in dat lokaal geopend zijn, zal er ook een piano bij het ritueel zijn. Ze zeiden ook dat de piano in het midden van de steencirkel moest staan zodat zij rondom die piano kunnen gaan staan.”
“Dus ik had ongelijk over dat het ritueel in de gymzaal zal gaan plaatsvinden. Het zou eigenlijk ook wel raar zijn als het daar zou zijn. Zo veel mensen. Daar kunnen ze vast geen ritueel laten plaatsvinden,” zei Pim.
“Ik weet nu ook hoe mijn handschoentje op de grond vlakbij de boekenkast kwam,” zei Sterre.
Ze vertelde dat ze weer weet wat er was gebeurd gisteren. Ze hoorde Hubertus met een man telefoneren. Die man heette Kai. Hubertus zei dat op 14 februari alles klaar zou staan en dat niemand hen zal komen storen. Toen Hubertus naar de deur liep zag hij dat Sterre verstopt zat onder de bureau. Daarna pakte hij haar hand en trok haar mee naar de geheime kamer. Haar handschoen viel op de grond voordat ze de kamer in werd geduwd op de grond. Hubertus had het blijkbaar niet gezien. Daarna werd de deur op slot gedaan.
“Maar hoe kwam je dan weer in het huis terecht?’ vroeg Pim die de hele tijd had geluisterd.
“Ik weet het niet. Ik was in dat kamertje in slaap gevallen door een soort gas. Misschien was een deel wat Arlene tegen mij zei waar. Misschien was ik echt door Hubertus naar huis gebracht.:
“Arlene had dus eerst tegen je gelogen. Misschien hoort zij ook bij de donkere druïden.”
“Maar het kan toch ook zijn dat Hubertus tegen haar had gelogen? Ze wist misschien niet beter en had dat tegen mij verteld.” Sterre kon zich niet voorstellen dat de lieve Arlene misschien ook een donkere druide was.
“Dat kan ook, maar Arlene blijft verdacht. En nu over iets anders dan dat Hubertus of Arlene had gelogen. Het ritueel zal dus plaatsvinden in het musicallokaal. Wat vind je ervan als we een afluisterapparaat in het kantoor van Hubertus plaatsen?”
“Heb je dat dan?” vroeg Sterre verbaasd. Ze wist wel dat Pim veel dingen had om onderzoek te doen, maar het feit dat hij ook een afluisterapparaat had overviel haar.
“Een detective heeft alles in huis,” zei Pim lachend. “Kom we gaan het plaatsen!” Pim wilde net naar het kantoor van Hubertus gaan. Hij negeerde het stemmetje in zijn hoofd dat zei dat hij daardoor de school uit kon vliegen.
Sterre hield hem tegen. “Ben je vergeten dat we nog les hebben nu?”
“Oh ja, helemaal vergeten. Een goede detective kan soms ook wel heel vergeetachtig zijn,” zei Pim.
“Vergeetachtig kan hij zijn, maar hij is wel slim,” zei Sterre lachend. “Kom, we gaan nu naar ons volgende les. We plaatsen dat afluisterapparaat wel tijdens de pauze.”
Op hun rooster staat dat ze nu natuurkunde hadden. Samen liepen ze naar het natuurkunde lokaal.

Hoofdstuk 12: Afluisteren

“We mogen hier niet meer komen. Hubertus zei toch tegen jou dat, als hij een leerling hier betrapt, die leerling er dan uit vloog?” vroeg Sterre.
“Klopt, dat heeft hij gezegd,” antwoordde Pim. “Maar we moeten dat afluisterapparaat hier echt plaatsen. Je wilt Raphael toch ook redden van de donkere druïden?”
“Oké, maar doe het dan snel.” Sterre keek door de ramen van het kantoor. Ze was zenuwachtig. Stel je voor dat ze toch betrapt werden. Hubertus liet hen heus niet letterlijk de school uit vliegen, maar ze worden vast wel van school gestuurd.”
“Zo, die zit goed verstopt,” zei Pim.
“Is het klaar?” vroeg Sterre terwijl ze steeds naar de deur keek. Ze verwachtte steeds de boze stem van Hubertus te horen die zei: “Ik heb jullie al gewaarschuwd. Jullie worden van school gestuurd!”
“Ja, het is klaar. Dit afluisterapparaat is verbonden met mijn mobiel. Mijn mobiel neemt alles op wat er in het kantoor gezegd wordt.”
“Kunnen we dan nu eindelijk weg gaan? Straks komt Hubertus.”
Sterre en Pim gingen de kantoor uit. Ze werden niet betrapt door Hubertus.
“Na elke les kunnen we op mijn mobiel de gesprekken beluisteren.”
“Ja, en dan ook nog hopen dat er wat bruikbaars tussen zit,” zei Sterre. “Dus niet gesprekken met een leraar die bijvoorbeeld wordt ontslagen. Al mag de docent voor wiskunde wel ontslagen worden. We hebben straks een repetitie.” Sterre lachte om haar eigen opmerking.
Opeens ging de bel.
“Jammer, de pauze is voorbij en we hebben nog niet eens gegeten. Dus op naar de wiskunde repetitie,” zei Pim.
Ze liepen snel naar het wiskundelokaal. In de haast zag Sterre niet waar ze liep. Ze botste voor de zoveelste keer tegen Raphael, waardoor hij bijna viel.
“Sorry,” verontschuldigde Sterre zich. Sterre en Raphaal keken elkaar aan. Hun blikken kruisten elkaar.
“Eh, weten jullie misschien welk vak we nu hebben? Ik ben mijn rooster kwijtgeraakt.”
“We hebben nu wiskunde,” antwoordde Pim. “Ik hoop dat je goed geleerd hebt voor de repetitie?”
Met z’n drieën liepen ze naar het lokaal.
Ondanks dat Sterre en Pim de laatste paar dagen zo met het onderzoek voor het ritueel bezig was, ging de repetitie best goed.
Na de les luisterden Sterre en Pim gelijk naar de gesprekken in het kantoor van Hubertus op de mobiel van Pim.
“Een leraar die komt klagen dat hij te weinig geld krijgt. Daar hebben we niet veel aan,” zei Sterre teleurgesteld.
“Hopelijk dat ze na de volgende les meer bruikbare informatie hebben,” zei Pim.
Daarna gingen ze snel naar hun volgende les. Ze hadden Frans. Wanneer de les afgelopen was luisterden ze gelijk weer naar wat opgenomen was. Tevergeefs, deze keer ging het over dat een lerares meer vrije dagen wilde.
Sterre had gehoopt dat ze deze keer zouden weten wie allemaal de donkere druïden waren. Ook aan de volgende gesprekken hadden ze niets.
“Hier kunnen we dus niet veel mee,” zei Sterre, Ze had de hoop om iets bruikbaars te vinden na 3 gesprekken al opgegeven, maar Pim had haar overgehaald om de gesprekken verder te beluisteren. Sterre wilde Raphael graag helpen, maar met naar gesprekken luisteren waar ze niets aan hebben schoten ze ook niet echt op.
“We kunnen maar beter stoppen en dat afluisterapparaat uit het kantoor halen.”
“Sterre, we luisteren straks na schooltijd voor de laatste keer het gesprek. Als we daar niet aan hebben stoppen we, Oké?’ vroeg Pim.
“Goed, maar dat is dan echt wel de laatste.”
Na schooltijd hadden ze eindelijk beet. Het gesprek dat ze deze keer hadden beluisterd ging niet over een leraar dat meer geld of vakantie wil. Deze keer kwam niemand naar Hubertus, maar het was Hubertus die een telefoontje kreeg, een belangrijk telefoontje. Hubertus moest, wanneer de school dicht was, naar een geheime locatie gaan. Iemand moest Hubertus dringend spreken.
“We wachten ook tot de school dicht is. Daarna gaan we hem achtervolgen,” zei Pim.
“Maar wat als we daar dan betrapt worden? Ze zullen ons dan vast niet zomaar laten gaan.”
“Het detectivevak heeft zijn risico’s, maar je hoeft niet mee als je niet wilt. Dan ga ik wel alleen en vertel ik je later wat ik gehoord of gezien heb.”
“Nee, ik ga wel mee.” Sterre wilde niet overkomen als een bangerik. Ze was wel een beetje bang, maar dat liet ze niet merken. “Ik laat je niet alleen gaan. Met z’n tweeën is het veiliger. Als er iets met de ene persoon gebeurd, kan de andere hulp gaan zoeken.”
Pim pakte zijn voicerecorder. “Als de school straks dicht is, zullen Sterre en ik Hubertus gaan achtervolgen. Iemand, waarschijnlijk de donkere druïden wil hem spreken. Verder geen bijzonderheden.”
Sterre en Pim verstopten zich achter een muurtje op het schoolplein waar niemand ze zouden zien. Ze hebben wel goed zicht op de deur van de school. Daar wachten ze op Hubertus.

Hoofdstuk 13: Zoektocht naar Pim en Sterre

“Anastacia, ik heb gehoord dat Sterre en Pim Hubertus de schoolhoofd willen gaan achtervolgen.” Lexie liep naar Anastacia die net de school wil verlaten.
“Weet je het zeker?” vroeg Anastacia.
“Ja, daarnet, na de laatste les liep ik langs hen en toen hoorde ik dat.”
“Geweldig, als zij Hubertus gaan achtervolgen, dan achtervolgen wij hun.”
“Ja, er is alleen een klein probleempje. Ik weet niet waar ze nu zijn,” zei Lexie. “Dus hoe moeten we hun achtervolgen?”
“Dat moet jij weten. Jij zorgt ervoor dat je ze binnen tien minuten vindt.”
“Eh... misschien moeten we Marcel erbij halen? Hij zegt dat hij een goede detective is. Misschien dat hij Pim en Sterre kan vinden?” vroeg Lexie.
“He, dat is toevallig, hij komt net aanlopen.” Anastacia wees naar Marcel. “Marcel, Lexie wil je iets vertellen.”
‘Ja, ik vertelde net aan Anastacia dat jij een goede detective bent. Kan je Pim en Sterre voor ons vinden?”
“Voor mijn lieve Anastacia doe ik alles,” zei Marcel en hij wilde Anastacia een zoen geven.
“Jij blijft uit mijn buurt,” terwijl ze iets verder van Marcel ging staan. “Maar je gaat Pim en Sterre wel voor mij zoeken.”
Marcel liep rond het schoolplein. Hij zag niet waar hij liep en gleed uit over een bananenschil. “Au!”
“Heb jij je pijn gedaan?” vroeg Lexie bezorgt.
“Een detective doet zich nooit... Ja!” Marcel zag een deel van de tas van Sterre die net niet verstopt zat achter een muurtje. Marcel fluisterde tegen Anastcia en Lexie: “Ik heb ze gevonden. Tenminste, ik heb Heksenmeisje gevonden.” Hij wees naar het muurtje waar hij net de tas van Sterre had gezien.
“Waar?” vroeg Anastacia. Ze keek in de richting dat Marcel aanwees, maar ze zag de tas niet.
“Misschien is ze net weggegaan.” Marcel liep naar het muurtje en zag nog net dat Pim en Sterre de hoek om gingen. “Ze gaan de hoek om!” Marcel rende naar de twee meisjes.
“Ze gaan nu al weg. Anastacia, we moeten ze achtervolgen,” zei Lexie.
Anastacia en Lexie gingen achter Sterre en Pim aan. Marcel liep achter hun.
“Wat ga jij doen?” vroeg Anastcia die zag dat Marcel mee wilde.
‘Lexie zei toch dat we hun gaan achtervolgen?” Marcel legde de nadruk op het woordje “we”.
“Met “we” bedoelde ze zichzelf en mij. Dus ga jij maar terug naar huis.”
“Maar ik heb je geholpen met het vinden van Heksenmeisje en Pimmie!” sputterde Marcel tegen.
‘Ja, door uit te glijden over een bananenschil!”
‘Dat was omdat ik zo in gedachten was over hoe snel ik Pim en Heksenmeisje zal vinden,” loog Marcel.
“Eh, Anastacia,” begon Lexie. “We moeten opschieten als we Pim en Sterre willen gaan achtervolgen. Ze lopen al een heel eind voor.”
‘Ja, we gaan nu, maar zonder Marcel,” zei Anastacia. Ze wilde samen met Lexie achter Pim en Sterre gaan.
“Maar ik ben echt een goede detective. Ik kan ze zelfs vinden als ik mijn ogen dicht doe.”
“Ja, het zal wel. Lexie, we gaan.”
“Echt, zonder mij zullen jullie ze echt niet vinden.”
“Oké, je mag mee als je binnen vijf minuten Sterre en Pim weer zult vinden. Ik denk dat we ze zijn kwijtgeraakt, omdat je steeds bleef zeuren,” zei Anastacia.
Ze liepen samen de hoek om waar Marcel hen voor het laatst gezien had. Ze hadden geluk. Er was maar 1 pad waar ze op konden lopen. Al snel zagen ze Pim en Sterre.
“Ik zei toch dat ik een goede detective ben?”
“Dat is gewoon geluk,” antwoordde Anastacia.
Ze volgden Pim en Sterre op een afstand. Ze konden ook een klein stipje in de verte zien. Dat was waarschijnlijk Hubertus,want Pim en Sterre zouden Hubertus gaan achtervolgen. Een paar keer moesten ze zich verstoppen, omdat Pim steeds achterom keek. Gelukkig werden ze niet betrapt. Zo liepen ze steeds met z’n drieën ver achter het tweetal voor hun die Hubertus, de schoolhoofd, waren aan het achtervolgen.

Hoofdstuk 14: Chantage

“Sterre, heb je niet het idee dat iemand ons aan het achtervolgen is?”
Sterre en Pim liepen al een tijdje Hubertus. Ze liepen achter hem aan door een bos.
“Ja, eigenlijk wel. Denk je dat het de donkere druïden zijn?” vroeg Sterre angstig.
“Ik weet het niet,” antwoordde Pim.
Ze liepen verder totdat ze bij een modderpoel kwamen. Pim sprong er als eerste over. Daarna hielp hij Sterre, Sterre nam een aanloop en sprong naar de overkant, maar opeens gleed ze bijna uit.
“Pas op!” riep Pim en hij pakte net op tijd Sterre’s hand vast. Hij keek even rond en zag een drietal lopen. “Kijk eens wie we daar hebben.”
Het leek alsof het drietal weet dat Pim hen in de gaten heeft. Ze verstopten zich alle drie achter een boom.
“Het is mevrouw “ik ben in een rijke familie opgegroeid” die samen met Marcel en Lexie ons achtervolgden.” Pim was duidelijk nog steeds boos over die ene keer dat Anastacia tegen hem zei dat hij niet rijk was en dat zijn fantasie daardoor op hol sloeg. “Jullie hoeven je niet te verstoppen. Ik zie jullie wel!” riep hij. Opeens herinnerde hij dat Hubertus hem kon horen. Hij keek naar het stipje in de verte dat steeds kleiner werd. Blijkbaar heeft hij hem niet gehoord.
Anastacia, Marcel en Lexie kwamen achter de bomen vandaan.
“Wat doen jullie hier?” vroeg Pim met een boos gezicht.
“We waren even aan het wandelen door het bos,” loog Marcel.
“Je bedoelt zeker verstoppertje spelen in het bos,” zei Sterre.
“dat verstoppen was echt helemaal niets,” zei Lexie. Toen ze zag dat Sterre en Pim haar niet geloofden zei ze: “Oké, oké, we wilden gewoon eventjes kijken wat jullie twee deden. Jullie deden zo geheimzinnig en gingen achter Hubertus Berkelaar aan. We waren gewoon wat nieuwsgierig. Dat was alles.”
“Wij drieën gaan nu met jullie twee mee om Hubertus te achtervolgen,” zei Anastacia.
‘Dat gaat zomaar niet,” antwoordde Pim.
“Of wil je soms dat ik aan Hubertus vertel dat jullie hem na schooltijd hem achtervolgen?”
Pim zag dat hij er niet onderuit kon komen. “Goed! Maar op 1 voorwaarde: jullie moeten nu ook gaan rennen, want we raken hem bijna kwijt!” Pim wees naar het kleine stipje in de verte dat alsmaar kleiner werd.
Met z’n vijven renden ze achter Hubertus aan. Als Hubertus maar ongeveer 13 meter, wat Pim schatte, van hen vandaan was, gingen ze langzamer lopen.
Na een tijdje zagen ze een smal riviertje. De vijf jongeren zagen van ver hoe Hubertus makkelijk over dat riviertje sprong. Wanneer zij ook bij de rivier aan waren gekomen, sprong Pim als eerste er overheen. Daarna hielp hij Sterre. Maar toen Sterre met haar ene voet de overkant raakte, verloor ze haar evenwicht en viel richting het riviertje.
“Ik heb je vast!” riep Pim. Hij had de arm van Sterre te pakken en trok haar naar boven.
“Dankje,” zei Sterre. “Al de tweede keer dat je mij gered heb vandaag.” Haar benen trilden een beetje van angst. De rivier leek niet diep, maar ze was toch wel een beetje geschrokken.
“Springen jullie er ook maar overheen,” zei Pim tegen de rest.
“Ik ga daar dus absoluut niet overheen springen. Niet nadat ik heb gezien wat er kan gebeuren,” zei Anastacia en ze liep achteruit, weg van het riviertje.
“Je kan het maar beter wel doen als je Raphael wilt helpen. We moeten het schoolhoofd achtervolgen,” zei Sterre.
“Luister eens, Dingetje, ik ga mijn leven dus helemaal niet riskeren om die ene Hubertus te achtervolgen. Ik hoef ook niet over dat riviertje te springen om Raphael te redden.”
“Raphael redden? Je hebt niet aan mij verteld dat je hem wilde gaan redden!” Marcel was smoorverliefd op Anastacia. Daarom wilde hij dus niet dat Anastacia haar leven zou riskeren om Raphael te redden.
“Nee, en dat hoef ik ook niet,” antwoordde Anastacia. “Weten jullie wat? Ik ga terug en Marcel en Lexie gaan met mij mee. Als jullie terug zijn, gaan jullie mij alles vertellen over jullie achtervolging, begrepen?”
“Als jij dat wilt weten, ga je nu met ons mee,” zei Pim.
“Wil je echt zo graag dat ik Hubertus alles ga vertellen over jullie achtervolging?” Pim wilde er net iets tegen in brengen toen Anastacia weer iets zei: “Ik denk het niet he? Dus jullie gaan nu weer snel achter Hubertus aan, want hij loopt weer een heel eind voor. Ik ga nu samen met Lexie en Marcel naar huis.” Anastacia wilde al samen met Marcel en Lexie terug gaan, toen Pim weer iets zei: “Denk maar niet dat we jou alles zullen gaan vertellen!”
“Denk jij dan maar niet dat ik dit alles geheim zal houden.” Anastacia liep weer een paar meter verder, maar stopte en draaide zich om naar Pim en Sterre. “Dus jullie weten het. Ik wil straks alles horen.” Daarna liep ze weer verder richting het huis, een boze Pim en een verbaasde Sterre achterlatend.

Hoofdstuk 15: De achtervolging

“Ze zoekt gewoon ruzie!” Pim schopte boos tegen een steentje.
“Eh Pim. Ben je vergeten wat we eigenlijk aan het doen waren?” vroeg Sterre
“Wat?”
Sterre keek verbaasd. Ze kon niet geloven dat Pim door een ruzietje vergeten was dat ze Hubertus moesten achtervolgen. “We zijn hier om Hubertus te achtervolgen, weet je nog?”
“Oh ja, sorry.”
Ze liepen weer verder achter Hubertus aan. Een paar keer moesten ze zich verstoppen, omdat Hubertus zich omdraaide en naar achteren keek.
Na een tijdje door een bos te lopen kwamen Pim en Sterre aan bij een klein huisje bij een weiland. Hubertus klopte drie keer op een speciale ritme en ging daarna naar binnen. Pim en Sterre keken stiekem door het raam. Ze zagen Hubertus met een man van middelbare leeftijd praten. Soms konden ze wat zinnen opvangen van het gesprek.
Pim pakte zijn voicerecorder en zei: “Die man heet blijkbaar Kai, Hubertus en Kai zijn waarschijnlijk allebei donkere druïden.”
Omdat ze door de ramen niet veel van het gesprek konden horen, gingen ze naar de deur. Pim wilde met zijn gereedschappen de deur openmaken, maar Sterre hield hem tegen.
“Wat nou als ze je de deur horen openmaken? Ze kunnen ons betrappen.”
“We moeten weten wat ze zeggen. Wees maar gerust, ik ga de deur zo zachtjes mogelijk openmaken,” antwoordde Pim en hij pakte zijn gereedschappen.
Op een klein klikje na hoorden ze inderdaad niet veel van dat Pim de deur openmaakte. Ze zetten de deur op een klein kiertje, zodat ze konden horen wat Hubertus en Kai zeiden.
“Het ritueel begint dus eerder,” zei Kai.
“Oké, ik zal dan ervoor zorgen dat hij om 19.56 in het lokaal is.”
“Zorg jij dan ook dat de anderen het weten? Er mag die avond echt niets verkeerd gaan.”
“Ewan zal ons daarna dan eindelijk weer kunnen horen en zien. Weet je al wanneer de derde inlijving is?” vroeg Hubertus.
Pim pakte zijn voicerecorder. “Het tijdstip van het ritueel is gewijzigd. In plaats van om 20:07 is het om 19:56.” Hij luisterde weer verder naar wat Hubertus en Kai zeiden.
“Ik ben de dag, tijdstip en plaats nog aan het berekenen. Maar het zal niet lang meer duren voordat Ewan al zijn zintuigen weer kan gebruiken,” antwoordde Kai.
“Snel, we moeten nu weg,” siste Sterre. “Hubertus maakt aanstalten om weg te gaan.”
Ze renden weg en verstopten zich achter bomen langs de weiland. Pim en Sterre zagen dat Hubertus de deur opendeed. Ze hoorden ook dat Hubertus vroeg waarom de deur op een kier zat, maat hij schonk er weinig aandacht aan. Hubertus liep langs dezelfde weg weer naar school.
Sterre slaakte een zucht. “Ik dacht steeds dat hij ons zou zien.” Ze liep achter de boom vandaan. “Het is ook geen grote boom waar ik me achter verstopte.”
Ook Pim kwam achter een boom vandaan. “We weten nu heel zeker dat Kai, Hubertus en Wietteke donkere druïden zijn.”
“Denk je dat er nog meer donkere druïden zijn?” vroeg Sterre. “En dat Kai in dat huisje woont of zich daar verstopt?”
‘Ik weet het niet, maar we moeten wel snel naar huis. We zijn al te lang weggeweest. Arlene zal zich vast afgevraagd hebben waar we al die tijd waren.”
Ze liepen zwijgend terug naar huis. Het bos waar ze na een tijdje doorheen moesten lopen was een erg dichte bos, maar omdat er maar een pad was, konden ze de weg terug makkelijk vinden. Toen ze bijna bij het huis waren, begon Sterre opeens over de donkere druïden.
“We weten nu dat Hubertus en Wietteke donkere druïden zijn. Dan is het toch erg gevaarlijk op school? Moeten we dan niet iedereen waarschuwen?”
“Laten we het maar eerst geheim houden. Alleen jij en ik weten dat ze donkere druïden zijn. Ik denk dat de donkere druïden alleen ons moeten hebben. Dus laten we de andere leerlingen maar erbuiten houden,” antwoordde Pim.
“Maar het is veel te gevaarlijk op school. Wie weet ben jij de volgende die betrokken wordt bij een ritueel,” zei Sterre.
“Laten we maar eerst zorgen dat Raphael kunnen redden van de donkere druïden. En daarna...” Pim dacht even na. “Misschien kunnen we daarna de politie erbij halen?”
“Misschien... Als de politie die donkere druïden dan aankunnen.”
Pim en Sterre stonden nu voor het Huis Anubis.
“Zeg jij maar straks tegen Anastacia en Lexie dat we niets te weten waren gekomen. Ik zal hetzelfde tegen Marcel vertellen. Als ze verder vragen, zeg dan maar gewoon dat Hubertus in het bos woont.”
“Hopelijk nemen ze daar genoegen mee en gaan ze niets aan Hubertus vertellen,” zei Sterre.
Ze belden aan en Arlene liet hun binnen. Ze vroeg waar ze geweest waren.
Pim vertelde dat ze een toets moesten herkansen voor biologie. Daarna gingen ze aan andere leraren iets over hun huiswerk vragen.
Arlene geloofde het en ze mochten naar hun kamer gaan.

Hoofdstuk 16: Het valentijnslied

De volgende dag wilde Camilia de tweetallen voor het valentijnslied weten.
“Ik hoop dat jullie daar aan gedacht hebben, want de bal is al over drie dagen. Ik wil graag dat alles perfect in orde is,” zei Camila.
“Een lied op het valentijnsbal zingen?” vroeg Marcel ongelofelijk. ‘Niemand heeft ons daar iets over verteld!”
“Ja, dat klopt!” riep Lexie door het lokaal. “We wisten alleen dat er een bal was, omdat er overal in de school posters hangen.”
Camilia dacht na en zei: “Misschien kunnen jullie twee dan samen een lied zingen? Ik help jullie dan wel met het schrijven van een tekst.”
“Nee!” Marcel rende naar Anastacia. “Ik ga met Anastacia zingen en worden dan samen koning en koningin.” Hij wilde Anastacia een kus geven, maar Anastacia duwde hem van haar af.
“Dacht het niet, ik heb al met Rapharel afgesproken om samen te zingen.”
“Klopt dat Raphael?” vroeg Camilia.
Raphael keek naar Sterre. Hij zag dat Sterre op het zelfde moment ook naar hem keek. Hij zuchtte en zei: “Ja, dat klopt.”
“Dat schiet op.” Camila pakte een blaadje en noteerde dat. “Raphael samen met Anastacia. Sorry Marcel, ik denk echt dat je samen met Lexie moet zingen. Wil je dat Lexie?”
“Mij maakt het niet uit,” antwoordde Lexie.
“Sterre, met wie zing jij?” vroeg Camilia.
“Eh, mag ik het ook na de les vertellen? Of moet het echt nu?”
Aan Camilia’s gezicht kon Sterre zien dat ze het liever wilde dat Sterre het nu zou vertellen. Maar toen glimlachte ze en zei dat Sterre het na de les mocht vertellen.
“En jij, Pim, met wie ga jij zingen?”
“Ik zou graag hetzelfde willen als Sterre. Ik wil het graag na de les vertellen,” antwoordde Pim.
“Jij ook al?” vroeg Camilia verbaasd. “Laat dit dan de laatste zijn. De volgende leerlingen vertellen gewoon nu in de les met wie ze gaan zingen.”
Zo vroeg Camila steeds verder aan iedere leerling met wie hij of zij ging zingen. Dat noteerde ze weer op een blaadje. Nadat Camilia klaar was met het vragen aan alle leerlingen, gingen ze een opdracht doen waarbij ze kleine stukjes van een scene uit Romeo en Julie moesten na spelen. Ze mochten ook erbij zingen.
“Het is gewoon als voorbereiding op de valentijnsliederen op het bal,” zei Camilia toen iemand vroeg waarom ze nu iets uit Romeo en Julie moesten spelen en zingen.
Raphael en Anastacia speelden voor een klein stukje Romeo en Julia. Marcel was daar niet blij mee, omdat hij met Anastacia Romeo en Julie wilde spelen. Een paar minuten later speelde Pim en Lexie samen en later speelde Raphael weer Romeo, maar dit keer speelde Sterre Julia. Ze zongen ook daarbij.
“Sterre en Raphael speelden het beste. Ze zongen ook fantastisch,” zei Camilia terwijl ze in haar handen klapte. “Als jullie samen een lied zouden schrijven en zingen, zouden jullie een grote kans maken om te winnen.”
“Maar Raphael zingt al met mij, toch Raphael?” riep Anastacia door de klas.
“Ja,” zei Raphael kort.
Even later ging de bel. Sterre en Pim bleven nog zitten.
“Oke, zeg eens. Met wie gaan jullie zingen? Of gaan jullie met z’n tweeën zingen?” vroeg Camilia.
“We wilden aan u vertellen dat we helemaal niet willen gaan zingen,” antwoordde Sterre.
“Maar je zong daarnet zo mooi. Waarom willen jullie dan niet op het bal zingen?”
“Ik wil daar eigenlijk niet over hebben,” antwoordde Sterre. Ze kon toch niet zeggen dat ze eigenlijk wel wilde zingen, maar dan alleen met Raphael.
“Tegen mij kan je het toch wel zeggen?’
Maar Sterre bleef zwijgen.
“Goed dan, maar je kan altijd naar mij toe komen als je van gedachten verandert. En jij Pim, waarom wil jij eigenlijk niet zingen?’
“Ja, als Sterre niet zingt, heeft het ook geen zin als ik alleen ga zingen. Niet dat het Sterre’s schuld is, hoor. Ik heb gewoon geen zin om op een bal te gaan zingen.”
“Dat is eigenlijk geen goeie reden. Maar ik zal dan voor jullie een uitzondering maken. Jullie twee hoeven niet te gaan zingen, maar dan echt alleen jullie twee,” zei Camila. “Jullie mogen nu weg.”
Pim en Sterre waren net bij de deur toen Camilia weer iets zei: “Ik was tijdens de les iets vergeten te zeggen. Kunnen jullie aan jullie klasgenoten vertellen dat het schoolbal eerder begint? Meneer Berkelaar wil dat het om 19:45 begint.”
“Ja, zullen we doen,” antwoordde Pim en hij liep met Sterre weg.
“Heb je dat gehoord? Het bal gaat eerder beginnen. Het heeft vast te maken met het feit dat de ritueel ook eerder begint,” zei Pim.
“Ja, want Camila zei dat Hubertus het vroeger wilde laten beginnen, antwoordde Sterre.
“We moeten deze drie dagen dan goed op Rapahel, Hubertus en Wietteke letten.”
“En wat doen we met die ene Kai?”
“We zullen morgen of overmorgen, de dag van het ritueel, wel weer naar het huisje gaan,” antwoordde Pim.
Daarna liepen ze naar hun kluisjes om hun boeken voor de volgende les te pakken.

Hoofdstuk 17: Dagdromen

De lessen van vandaag waren eindelijk afgelopen en Sterre liep door de gangen van de school. Ze vond het een vreselijke gedachte dat het schoolhoofd van deze school een druïde is die de gaven van De Vijf wilde misbruiken. Daar valt nu nog niets aan te doen. Als ze naar de politie zou stappen zou niemand haar geloven en haar voor gek verklaren. Al zouden ze haar geloven, dan nog zouden ze de druïden niet kunnen overmeesteren, omdat de druïden waarschijnlijk sterker waren.
Sterre was zo in gedachten dat ze zomaar ergens heen liep. Toen ze weer uit gedachten was zag ze dat ze bij het musicallokaal was. Ze hoorde prachtig pianomuziek en gezang. Toen ze naar binnen keek zag ze dat het Raphael en Anastacia was die aan het repeteren waren. Het lied dat Sterre hoorde kende ze al ongeveer uit haar hoofd, omdat ze het zo vaak heeft gehoord. Sterre neuriede de melodie zachtjes mee. Ze deed haar ogen dicht en fantaseerde dat zij het was die samen met Raphael op het podium stond en aan het repeteren waren.
“Sterre, je zingt echt prachtig. Ik kan het echt niet met woorden beschrijven,” zei Raphael terwijl hij verder piano speelde.”
Sterre zong verder. Het leek alsof ze nog nooit iets anders had gedaan in haar leven. Nadat het liedje uit was vroeg ze: “Vond je het echt zo mooi?”
“Het was geweldig Sterre,”antwoordde Raphael. “Hoe zou je het vinden om…?”
“Om wat?”vroeg Sterre nieuwsgierig.
“Misschien om vanavond na het eten met z’n tweeën buiten in de tuin te gaan zitten. Samen naar de maan te kijken. Het is vanavond volle maan en dat lijkt me wel leuk.”
“Echt?” Sterre kon haar oren niet geloven. “Natuurlijk wil ik dat!”
Raphael lachte. “Zullen we het lied nog een keer oefenen?”
“Natuurlijk,”Sterre zong de sterren van de hemel en Raphael speelde de melodie op de piano.
“Sterre, Sterre.”
Opeens was Sterre terug in de werkelijkheid. Raphael en Anastacia stonden voor haar.
“Sterre, je zong fantastisch,”zei Raphael.
“Zong ik?”vroeg Sterre verbaasd. Ze wist alleen maar dat ze de melodie neuriede en in haar fantasie aan het zingen was. Ze was zeker zonder dat ze het wist begonnen met zingen.
“Ja, Dingetje, jong zong best redelijk. Niemand kan natuurlijk zo mooi als ik zingen,”zei Anastacia. “Ik wil best wel nog eens zingen, speciaal voor jou.”
“Nee, het hoeft niet.” Sterre wilde weglopen, maar Anastacia hield haar tegen. “Zo weet je tenminste hoe echte sterren als ik zingen.”
Sterre keek naar Raphael, maar die keek terug met een blik dat hij er ook niets tegen kan doen. Blijkbaar moest hij naar Anastacia luisteren en liep naar het podium waar Anastacia al ongeduldig stond te wachten.
Als Raphael de eerste noten begon te spelen, begon ook Anastacia te zingen.
Sterre luisterde naar hoe Anastacia zong, maar had het gevoel dat er iets niet klopte. De stem van Anastacia leek helemaal niet op haar stem, maar meer op die van…
“Lexie!”
Anastacia en Raphael stopten met zingen en piano spelen en keken Sterre verbaasd aan.
“Eh, ik dacht net dat ik Lexie door de gang zag lopen en ging haar dus lopen, maar zij was het niet,” verzon Sterre snel. “Eh... tot straks in het huis, oké?” Sterre liep weg en dacht na over wat ze net had gezien. Ze zag een hoedje dat sprekend op die van Lexie leek. Niemand in de hele school had er zo een, dus het moest wel van Lexie zijn. De stem die net zong leek helemaal niet op Anastacia’s stem. Dus het moest zeker Lexie geweest zijn die zong. Camilia en Raphael waren er allebei ingetrapt. Maar waarom deed Anastacia zoiets? Kon ze dan niet zingen?
“Dingetje wacht!”riep Anastacia die aan kwam rennen. “Ik wil je iets vragen. Waarom riep jij net zo hard Lexie?”
“Dat had ik toch al gezegd. Ik zag haar door de gangen lopen en riep haar, maar toen zag ik dat ik me had vergist.”
“Ik geloof je niet,”antwoordde Anastacia. “Jij weet nu iets wat jij eigenlijk niet mocht weten.”
“En wat dan?”vroeg Sterre.
“Dat weet je best. Ik wil dat je er met niemand over praat. Anders zal ik wel naar Hubertus gaan en zeggen dat jij en Pim hem achtervolgde.”Anastacia liep weg.
Sterre was verbaasd en boos tegelijk. Anastacia, die in het begin zo aardig leek, chanteerde haar voor de tweede keer? Ze kon het haast niet geloven. Hoe kon Anastacia haar vriendin chanteren. Was ze wel ooit de vriendin van Anastacia geweest? Opeens voelde Sterre zich erg eenzaam. Ze bleef dat eenzame gevoel maar houden en liep naar huis.

Hoofdstuk 18: Missie in de nacht

De dag voor het valentijnsbal en het ritueel verliep moeizaam voor Sterre. Ze voelde zich in het Huis Anubis en op school eenzamer dan ooit. Anastacia deed bot tegen haar en Marcel en Lexie deden ook niet al te aardig. Zelfs Raphael ontweek haar steeds, nadat ze zo snel naar huis wilde toen ze Raphael en Anastacia onderbroken had. Ze wilde ook niets tegen Arlene vertellen, omdat ze bang was dat zij ook een druïde was. Alleen Pim deed normaal tegen Sterre. Hij wilde die avond, als iedereen sliep, terug naar het huisje bij de weiland gaan samen met haar. Ze spraken om ’s avonds om 11 uur bij de voordeur af. Sterre was daar als eerste en wachtte op Pim.
“Waar blijft Pim?”vroeg Sterre tegen zichzelf. Ze keek op haar horloge, het was al 5 over 11 uur ’s avonds. Ze stond binnen bij de voordeur in het huis, maar toch had ze het een beetje koud. “Het komt vast, omdat het verboden is om ’s avonds door het huis te spoken.” Sterre keek rond. De seconden streken voorbij en werden minuten, maar Pim was nergens te bekennen.
Sterre keek om zich heen. Was het weer haar fantasie dat op hol sloeg? Of zag ze nu echt een schaduw door zich voort bewoog in het huis.
Plotseling voelde Sterre een hand op haar schouder Ze schrok. Ze was zeker betrapt door Arlene. Toen ze zich omdraaide zag ze dat het Arlene niet was.
“Sorry dat ik zo laat ben.” Het was Pim die dat zei. “Het is niet echt gebruikelijk voor een detective dat hij te laat op een afspraak komt.”
“Maar waarom ben je dan te laat gekomen?” vroeg Sterre.
“Dat vertel ik je straks wel op weg naar dat huisje.” Pim deed de voordeur zachtjes open en ging met Sterre naar buiten.
Buiten was het erg koud. Het was nog lang niet lente. Gelukkig waren Pim en Sterre allebei warm gekleed. Ze liepen eerst samen in het donker naar school om daarna vanaf daar naar het huisje te gaan.
“Gelukkig heb jij een zaklamp bij je,” zei Sterre terwijl ze naar de zaklamp van Pim wees.
“Een detective is op alles voorbereid,” antwoordde Pim lachend.
“Waarom was je net eigenlijk te laat gekomen?” vroeg Sterre weer.
“Marcel werd steeds wakker. Volgens mij had hij nachtmerries over dat hij met Lexie moet zingen op het valentijnsbal.”
“Ja, hij zei dat hij met Anastacia wilde zingen in plaats van Lexie. Maar Lexie kan toch ook best goed zingen?” Sterre ratelde verder. “Omdat Lexie ook best goed kon zingen, wilde Anastacia daarom natuurlijk dat Lexie voor haar zou...” Sterre schrok, dit mocht ze helemaal niet zeggen van Anastacia.
“Dat Lexie wat voor haar zou doen?” vroeg Pim nieuwsgierig.
Sterre schudde haar hoofd. “Ik mag het niet vertellen.”
“Tegen mij kan je het toch wel vertellen?” spoorde Pim haar aan. “ Ik zal het echt niet doorvertellen.”
“Beloof je het?” vroeg Sterre.
“Ja, ik beloof het. Detectives houden altijd hun woord.”
Terwijl ze verder naar het huisje in de weiland liepen, vertelde Sterre wat ze had gezien en had gehoord in het musicallokaal. Het was niet echt Anastacia die met Raphael zong, maar Lexie.
“En als ik het aan iemand vertel, gaat Anastacia naar Hubertus om te vertellen dat we hem gingen achtervolgen.”
“Misschien chanteerde Lexie ook waardoor ze voor Anastacia moest zingen. Ze zal het vast niet uit vrije wil voor haar gedaan hebben,” zei Pim.
Ze liepen verder en kwamen nar enige tijd bij het huisje aan. De lichten brandden niet, dus dat zou waarschijnlijk betekenen dat of de eigenaar sliep, of dat hij weg was. De eerste leek het meest voor de hand liggend.
Pim brak het slot open en ging met Sterre naar binnen. Ze doorzochten vele kamers, maar konden niemand vinden.
“Hier is denk ik gewoon niemand,” fluisterde Sterre.
“Toch moeten we we heel erg voorzichtig zijn.”
“Wat zoeken we eigenlijk?”
‘Ja, goeie vraag. Laten we maar eens kijken of we hier kunnen vinden wie allemaal de donkere druïden zijn.”
Ze vonden blaadjes met berekeningen. Er stonden namen van planeten op, zoals Jupiter en Mercurius. Sommige berekeningen die ze vonden waren nog niet afgemaakt. Sterre en Pim vonden ook een map waarin veel namen stonden. Daarboven stond het woord “Leden”.
“Waarschijnlijk zijn dit de donkere druïden,” zei Pim toen hij zijn voicerecorder had gepakt. “Er stonden heleboel onbekende namen in het mapje, maar ook een paar bekende namen zoals Hubertus Berkelaar, Wietteke, Kai en...”
“Wat doen we hier?”
Sterre en Pim draaiden zich als door een een wesp gestoken om en zagen een man van middelbare leeftijd. Hij leek jonger dan Hubertus.
“Ik wacht,” zei de man.
“Ja, eh, we waren verdwaald en we zagen hier een schattig huisje dus we dachten: kom, we gaan eens iemand om hulp vragen,” loog Sterre en ze lachte wat ongemakkelijk erbij.
“Dus twee jongeren die midden in de nacht een huisje binnen konden gaan, terwijl die op slot zat. Klink geloofwaardig,” zei de man.
“We willen ook wel weg gaan als u ons niet wilt helpen,” zei Sterre en ze liep samen met Pim richting de deur.
“Niemand verlaat mijn huis zonder mijn toestemming! Zeker niet twee van de Vijf!”
“Rennen Sterre!” riep Pim en hij rende met Sterre naar de deur.
“Hubertus!” riep de vreemde man.
Vanuit het niets kwam Hubertus tevoorschijn. Hij blokkeerde de deur waardoor Pim en Sterre er niet uit konden.
“De ramen!” Pim pakte een boek en gooide daarmee de ramen kapot. Ze kropen voorzichtig naar buiten en vluchtte weg.
Hubertus leek voor zijn leeftijd oud, maar hij was behoorlijk snel. Hij sprong uit het raam en rende Pim en Sterre achterna.
“Hij is vlak achter ons,” zei Sterre die achterom keek.
“Niet kijken, maar rennen!” riep Pim.
Opeens struikelde Sterre. Ze viel op de grond. Pim wilde terug naar haar rennen, maar Sterre riep: “Haal Leopold!” Ze probeerde op te staan, maar ze kon het niet. Haar benen deden verschrikkelijk pijn.
Opeens pakte iemand haar arm beet. Het was Hubertus. Hij trok haar terug naar het huisje.
“Sterre!” Pim rende naar Sterre.
“Let niet op mij! Haal Leopold!” riep Sterre terwijl ze mee werd gesleurd door Hubertus.
Pim rende weer was en verschool zich achter een boom. Moest hij terug gaan om Sterre te redden, of moest hij doen wat Sterre zei, Leopold zoeken? Hij koos voor het laatste.
“Sterre, ik kom snel terug, ik kom je redden ,samen met Leopold.” Pim rende weg, opzoek naar Leopold.

Hoofdstuk 19: Ontsnappingspogingen

 “Laat me hier uit!” Sterre bonkte tegen de deur van de kelder waar ze opgesloten zat. Het was al de tweede keer dat ze in de handen van de donkere druïden terecht was gekomen. Beide keren trok Hubertus haar mee, maar deze keer was er ook een vreemde man erbij gekomen. Sterre had het gevoel dat ze die man van ergens kende. Maar hoe hard ze ook nadacht, ze wist het gewoon niet.
Hoe lang zat ze hier al opgesloten? 10 minuten of zelfs een uur? Hubertus had haar horloge afgepakt waardoor ze de tijd niet wist. Ook al had ze een horloge, ze kon toch niet zien hoe laat het was, omdat ze in de donker zat.
Heel langzaam wendde haar ogen aan het donker. Sterre kon een kast en een tafel onderscheiden. Opeens kreeg Sterre een geweldig idee. Ze liep voorzichtig naar de kast en schoof die een eind van de muur vandaan.
“Als ik me nou een hierachter verstop,” zei Sterre tegen zichzelf. “Dan roep ik Hubertus en zal hij hoogstwaarschijnlijk hier komen. Als hij de deur open laat staan, ren ik vanachter de kast richting de deur en ontsnap.”
Sterre vond het idee van zichzelf geweldig. Daarom verstopte ze zich achter de kast en riep Hubertus. Sterre had gelijk. Na een paar keer roepen kwam Hubertus inderdaad naar de kelder. Sterre kon haar ogen niet geloven. Hubertus bleek zo dom te zijn dat hij ook echt de deur open liet staan.
Hubertus keek om zich heen. “Ik weet dat je hier bent. Ik heb geen zin om met jou verstoppertje te spelen!” Hij liep door de kelder.
Sterre zag haar kans. Ze rende vanachter de kast vandaan naar de deur van de kelder.
Helaas had Hubertus haar in de gaten en rende achter haar aan. Sterre rende door het huis op zoek naar de uitgang. “Waar is de voordeur. Denk na Sterre,” zei Sterre tegen zichzelf. “Er zijn hier veel gangen. Door welke gang kwam ik ook al weer in de kelder terecht?”
Veel tijd om na te denken had Sterre niet, want opeens stond die bekende man voor haar. Sterre wilde zich omdraaien, maar daar verscheen Hubertus opeens achter haar. Ze raakte in paniek. Hoe kon ze zou ontsnappen van die twee donkere druïden?
“Doe geen moeite om de uitgang te vinden, Sterre. Je vindt het toch niet,” zei die vreemde maar bekende man.
Wie was die man? Hoe wist hij haar naam? Ze herkende die stem. Die stam had ze niet zo lang geleden ook gehoord.
“Ik zal haar weer naar de kelder brengen, Kai. En deze keer zal ze niet mee5r ontsnappen,” zei Hubertus.
Kai! Die vreemde man was Kai, die ze samen met Pim had afgeluisterd en bespied. Daar kende ze die man van!
“Dat is je geraden!” antwoordde Kai. “Morgen...”
Sterre zag dat hij op zijn horloge keek. Waarschijnlijk was het al over middernacht.
“Vanavond is de tweede inlijving. Dit meisje mag het niet verpesten na alles wat we hebben gedaan!”
“Natuurlijk, Kai. Daar zal ik persoonlijk voor zorgen.” Hubertus pakte Sterre bij har arm en trok haar mee terug naar de kelder.
Als ze in de kelder waren zei Hubertus tegen Sterre: “Deze keer mag je niet ontsnappen. Om daar zeker van te zijn...” Hij pakte een stuk touw en bond de handen van Sterre vast.
“Au!” Al had Sterre handschoenen aan. De dunne stof van haar handschoen gaf haar niet veel bescherming tegen het touw. Daardoor sneed het touw in haar polsen. “Waarom doet u dit? Wat bereikt u hiermee? U bent een schoolhoofd. U hoort leerlingen niet in een kelder vast te binden. En waarom ik?”
“En waarom kan jij niet ophouden met steeds te vragen waarom dit, waarom dat? Nog een woord en je kan het niet meer navertellen,” zei Hubertus boos. Hij ging de kelder uit en gooide de deur dicht.
Zachtjes begon Sterre te huilen. Waarom moest ze nou van haar ouders in het Huis Anubis wonen en op deze school van een donkere druïde les gaan volgen? Op haar oude school pestten de leerlingen haar met het feit dat ze altijd handschoentjes droeg, maar dat was toch veel beter dan dat ze nu in een huis van een donkere druïden was opgesloten? “Maar dan zou ik Raphael ook nooit hebben ontmoet.” Door haar tranen heen lachte Sterre. Er was hier geen mogelijkheid om te ontsnappen en dan dacht ze opeens aan Raphael die waarschijnlijk lekker lag ze slapen in zijn bed. “Ik moet hieruit komen en Raphael redden. De donkere druïden mogen zijn gave niet misbruiken.”
Opeens kwamen Kai en Hubertus de kelder binnen met een flesje en een beker in hun handen.
“Niet schrikken, Sterre,” zei Hubertus. “Je gaat gewoon even naar dromeland.”
Hubertus en Kai gingen dichter bij Sterre staan waardoor Sterre naar achter liep. Uiteindelijk kwam ze met haar rug tegen de muur.
“Kom op meisje, doe even je mond open,” zei Kai terwijl hij de vloeistof uit het flesje in de beker goot.
Sterre schudde haar hoofd. Nooit zou ze die vloeistof opdrinken.
Opeens pakte Hubertus haar hoofd en kneep haar neus dicht. Zo kon Sterre natuurlijk niet ademen. Er zat niet anders op dan haar mond open te doen. Tegelijkertijd goot Kai de vloeistof uit het bekertje in Sterre’s mond en dwong haar haar mond dicht te doen.
Sterre probeerde zo lang mogelijk de vloeistof in haar mond te houden, maar lang kon ze het niet volhouden. Ze slikte de vloeistof door.
“Goed zo,” zei Kai. “Nu zullen we voor een paar uur geen last meer van haar hebben.”
Langzaam leek het alsof er mist in het hoofd van Sterre was. Ze kon niet meer helder denken. Na een paar minuten werd het zwart voor de ogen van Sterre.
Toen gingen Hubertus en Kai de kelder uit.

Hoofdstuk 20: Meer problemen

Pim rende door het bos waar op een open plek het huis van Leopold was. Hij moest Leopold vinden. Dat zei Sterre. Leopold moest hem hoe dan ook helpen om Sterre uit het huis van de druïden te laten ontsnappen. Nog nooit in zijn leven had Pim zo hard gerend. Hij was erg moe, maar hij moest door.
Hijgend kwam Pim na een tijdje bij het huis van Leopold. Hij klopte aan, maar er deed niemand open.
“Hoe kan dat? Het is nu...” Pim keek op zijn horloge. “Het is nu 7 minuten voor half 4 ’s ochtends. Hij hoort nu toch nog in bed te liggen?”
Pim klopte weer een paar keer aan. Na twee minuten wachten werd hij erg ongeduldig. Hij moest echt opschieten om Sterre te redden. Omdat niemand de deur opendeed en Pim bang was dat Leopold iets was overkomen brak hij de deur open en ging naar binnen. Daar doorzocht hij alle kamers, maar hij vond Leopold niet. Zelfs de geheime kelder waar hij eerder met Sterre was geweest doorzocht hij. Tevergeefs, Leopold was nergens te bekennen.
“Leopold is niet in zijn huis. Ik zal dan naar school gaan om te kijken om hij daar is,” zei Pim toen hij zijn voicerecorder pakte.
Daarna rende hij het huis uit, door het bos, richting de school. Eenmaal bij school aangekomen wilde hij de deur van de school openbreken, maar hij zag toen dat het al opengebroken was.
Pim pakte zijn voicerecorder uit zijn tas en zei: “Locatie, voor de voordeur van de school. Ik wilde net de deur van de school openbreken, maar toen zag ik dat de deur al door iemand anders opengebroken was.” Pim keek op de grond en zag een aantal voetafdrukken. “De voetafdrukken op de grond zijn nog vers. Vermoedelijk is die persoon net naar binnen gegaan. Hij zal dan hoogstwaarschijnlijk nog in de school zijn.” Pim stopte zijn voicerecorder in zijn tas en ging naar binnen.
Pim liep voorzichtig door de school. Hij liep bijna alle lokalen langs, maar hij zag niemand. In de kantoor van Hubertus ook niet. Daarom ging hij naar het musicallokaal, waar hij nog niet was geweest. Daar zag hij ook niemand. Net toen hij weg wilde lopen hoorde hij dat iemand hem zachtjes riep.
“Pim!”
Pim draaide zich om. Hij keek om zich heen, maar zag nog steeds niemand.
“Pim!”
Pim keek achter de stoelen en de gordijnen en de kasten en vond daar uiteindelijk Leopold.
“Wat doet u hier,” vroeg Pim zachtjes.
“Ik wilde kijken waar ik me straks moet verstoppen. Als de portalen over een paar uur opengaan. Ga ik ook mee met die donkere druïden.”
“Kijken waar u het beste kan verstoppen moet u maar straks doen. Um moet nu met mij meekomen om Sterre te redden!”
“Sterre? Wat is er gebeurd met Sterre?” vroeg Leopold.
“Vertel ik u onder weg wel. We moeten opschieten!” Pim trok Leopold mee richting de deur van het musicallokaal.
“Pim, pas op,” siste Leopold en hij trok Pim naar beneden.
Toen zag Pim waarom hij zich moest  verstoppen. Hij hoorde zware voetstappen. De voetstappen kwamen bij na bij de deur. Als ze bij d deur waren zag Pim dat het geluid van de voetstappen van niemand minder dan Hubertus was. Pim hield zijn adem in. Hij hoopte dat Hubertus zijn ademhaling niet zou horen. Ook Leopold hield zijn adem in.
Toen Pim zag dat Hubertus wegging, durfde hij pas weer te ademen. “Wat doet hij op dit tijdstip hier?”
“Ik weet het niet, maar laten we snel gaan,” siste Leopold.
Zachtjes liepen ze de school uit naar het huis van de donkere druïden om Sterre te redden.
“Vertel je nu even wat er met Sterre was gebeurd?” vroeg Leopold.
“Ik ging samen met Sterre naar het huis van een van de donkere druïden, maar opeens kwamen Hubertus en ene Kai het huis binnen. We vluchtten weg, maar Sterre viel en werd door hun meegenomen. Ze zij dat ik u moest halen.”
Pim en Huertus liepen verder door het bos.
“Dan moeten we maar opschieten,” zei Leopold.
Opeens ging het alarm op het horloge van Pim af. “Wacht even,” riep Pim. Hij bukte en doorzocht zijn tas die hij bij zich had.
“Wat zoek je? Ik kan je wel helpen met zoeken,” zei Leopold.
“Deo, waar is mijn deo? Ik ben hem verloren!” Pim stond op om te kijken of zijn deo ergens op de grond lag, maar hij wankelde en viel op de grond. Hij was flauwgevallen.
“Pim!” Leopold liep rond om te kijken of hij de deo van Pim ergens zag liggen, maar hij vond het niet. Hij ging weer naar Pim, bukte en schudde Pim door elkaar. “Pim, word wakker! Je moet Sterre redden! Pim!”
Maar Pim kwam niet bij bewustzijn.

Hoofdstuk 21: De twee paden

“Sorry, Pim. Ik moet je even alleen laten zodat ik jouw deodorant kan gaan zoeken.” Leopold keek nog eventjes naar Pim die op de grond lag en verdween daarna tussen de bomen.
Leopold volgde het pad waar ze net overheen liepen. Ze wilden eigenlijk Sterre redden, maar Pim viel flauw, omdat hij zijn deo was verloren.
Na een half uur lopen zag hij langst het pad een spuitbus liggen. Leopold rende er naar toe en pakte hem op. Het was de deodorant van Pim die hij verloren was. Daarna liep Leopold weer snel terug naar de plek waar hij Pim had achtergelaten.
Als hij daar was aangekomen, spoot hij een hele lading deodorant over Pim heen. Na een maar minuten werd Pim eindelijk wakker,
“Pim, je liet me schrikken. Gaat het nu weer?” vroeg Leopold bezorgd.
“Ja, het gaat denk ik wel weer. Bedankt dat u me geholpen heeft,” antwoordde Pim dankbaar. “Maar we moeten nu weer verder. Sterre heeft ons nodig.”
Leopold hielp Pim met het opstaan en samen gingen ze naar het huis van de druïden.
Maar na een tijdje kwamen ze nog een pad tegen. Een pad dat Pim niet herkende.
“Pim, welke weg moeten we nemen?” vroeg Leopold.
Pim scheen het ook niet te weten, want hij antwoordde niet. Hij pakte zijn voicerecorder uit zijn tas ze zei:
“Locatie: het bos waar we doorheen moeten om naar het huis van de donkere druïden te gaan. Het bos had eerst maar een pad waarover je kon lopen, maar nu is er een pad bijgekomen.”
“En wat doen we nu?” vroeg Leopold.
“Waarschijnlijk is een van deze twee paden door de donkere druïden aangelegd om ons op een dwaalspoor te brengen. Op het pad die door ze zijn aangelegd zijn er waarschijnlijk minder voetafdrukken te vinden. Ik moet even onderzoeken op welke pad het minst voetafdrukken te vinden zijn. Die pad moeten we dan niet nemen.”
Zo gezegd, zo gedaan. Pim pakte zijn vergrootglas en startte het onderzoek. Leopold bleef op verzoek van Pim een eindje verderop staan. Anders konden zijn voetafdrukken het hele onderzoek in de war brengen.
Langzaam maar zeker kwam de zon op. Pim had zijn onderzoek nog niet afgerond.
“Pim, ben je bijna klaar?”
“Bijna! Op het linkerpad zijn er alleen voetsporen te vinden met schoenmaat 43, terwijl er op het rechterpad behalve voetsporen met schoenmaat 43 ook voetsporen met schoenmaat 39 en 40 te vinden zijn. Het toevallige eraan is, is dat de afdruk met maat 40 identiek is met mijn afdruk.”
“Dat wil dus zeggen dat...”
“Het wil dus zeggen dat we het rechter pad moeten nemen, omdat ik voetsporen van Sterre en van mij heb gevonden,” zei Pim.
“Oké, laten we dan snel gaan,” zei Leopold.
Maar Pim liep niet verder. Hij pakte zijn voicerecorder. “Weer een onderzoek afgerond. Het linkerpad is aangelegd door de druïden. Het rechterpad zal ons leiden naar hun huis.” Daarna stopte Pim zijn voicerecorder weer in zijn tas en liep met Leopold verder.
Terwijl Pim met Leopold liep, keek hij even op zijn horloge. “Het is al 7 voor 7 uur’s ochtends. Over exact 13 uur en 3 minuten gaan de portalen naar het ritueel open. We moeten opschieten!” riep Pim.
Terwijl de minuten een voor een verstreken liepen Leopold en Pim gauw door.
Uiteindelijk kwamen ze bij het weiland waar het huisje zich bevond. Pim en Leopold liepen voorzichtig richting het huisje. Wanneer ze vlakbij het huisje waren, zagen ze dat de deur plotseling openging.
“Snel, verstopt je achter een boom, siste Pim en hij verstopte zich achter een van de bomen langs de weiland.
Leopold deed hetzelfde.
Vanachter de bomen zagen Pim en Leopold dat Kai het huis uit kwam. Hij liep richting het bos waar Pim en Leopold net doorheen waren gelopen.
Als hij na een tijdje tussen de bomen verdween, kwamen Pim en Leopold achter de bomen vandaan.
“Dit is onze kans om Sterre te redden,” zei Pim. Hij brak de deur open en doorzocht met Leopold het huisje. “Waar kan ze zijn?” vroeg Pim nadat hij alle kamers in het huisje heeft doorzocht.
“Misschien in de kelder?” Leopold liep naar de kelder en wilde de deur openen, maar hij zat op slot. “Pim, probeer die deur eens open te breken.”
Pim liep naar de deur en binnen een paar minuten heeft hij de deur opengebroken. Hij liep met Leopold naar binnen.
“Sterre!” Pim keek naar Sterre die op de grond lag. Haar ogen waren dicht en haar handen waren vastgebonden.

Hoofdstuk 22: Word wakker, Sterre

Pim liep snel naar Sterre en maakte haar handen los. Daarna probeerde hij haar wakker te krijgen, maar dat lukte niet. Haar ogen waren en bleven dicht.
“Leopold, ik krijg Sterre niet wakker!” riep Pim in paniek. “Ze ademt gelukkig nog wel.”
“Ze moet hier onmiddellijk weg. Straks komen de donkere druïden terug en is het te laat,” zei Leopold. “Til jij Sterre op, dan houd ik alle deuren voor je open.”
Zo gezegd, zo gedaan. Leopold hield de deuren open, terwijl Pim Sterre probeerde op te tillen. Daarna gingen ze snel het huis uit.
“We gaan naar mijn huis. Daar zullen we waarschijnlijk wel veilig zijn,” zei Leopold.
Leopold liep snel met Pim die Sterre in zijn armen had door het dichte bos.
“Raphael... donkere druïden.”
“Leopold! Sterre zei daarnet iets!” Pim legde Sterre op de grond. “Sterre, zeg nog iets, alsjeblieft!”
Sterre antwoordde niet. Ze werd nog steeds niet wakker.
“Weet je zeker dat het niet je verbeelding was?” vroeg Leopold.
“Nee, ik weet het zeker. Sterre zei daarnet echt iets. Ze zei Raphael en ook de donkere druïden.” Pim probeerde Sterre wakker te schudden. “Sterre, wordt alsjeblieft wakker.”
“Pim laten we maar weer verder gaan. We kijken in mijn huis hoe we haar wakker kunnen krijgen.”
Pim keek teleurstellend naar Sterre. Hij had zo gehoopt dat ze nu wel wakker zou worden. Straks bleef ze voor eeuwig zo. Nee, hij mocht er niet aan denken. Als hij zo dacht, gebeurde het misschien ook echt. Hij moest aan positieve dingen denken.
“Pim, we moeten nu echt gaan.”
“He, wat?”
“Dat we nu echt naar mijn huis moeten gaan. Sterre kan hier echt niet in een bos blijven,” zei Leopold.
“Oh, ja, natuurlijk,” antwoordde Pim en hij tilde Sterre weer op.
Na ongeveer twintig minuten doe uren leken, kwamen ze eindelijk aan bij het huis van Leopold. Daar legden ze Sterre op een bed in een kamer.
“Leopold, ik zou graag iets tegen Sterre willen zeggen. Kunt u even buiten gaan staan?” vroeg Pim terwijl hij de hand van Sterre pakte.
“Natuurlijk,” antwoordde Leopold en hij ging de kamer uit.
“Sterre, ik hoop dat je me kunt horen. Ik wil heel graag Raphael redden van de druïden, maar ik doe dat pas als jij weer wakker bent. Jij bent veel belangrijker voor mij. Iemand moet met mij op detectivetocht gaan.” Pim lachte zachtjes om zijn eigen flauwe opmerking. “Weet je, ik heb nog nooit echte vrienden gehad. De meeste leeftijdsgenoten vonden me raar, omdat ik zo vaak deo gebruikt en dat ik van speuren houd. Maar jij accepteerde alles. Komt dat misschien doordat jij ook iets zoals ik heb die de meeste mensen niet hebben?”
Opeens bewoog de hand van Sterre, die Pim niet had vastgepakt, een beetje.
Pim zag het en riep: “Sterre, hoor je mij?”
“Steencirkel...”
“Sterre? Sterre hoor je me?” Opeens voelde Pim dat Sterre hem zachtjes kneep. Het was de hand die Pim in zijn handen had.
“Leopold!” Pim liet de hand van Sterre los en wilde de kamer uit gaan om Leopold te gaan halen. Toen hij de deur opendeed, wilde Leopold ook net de deur openen.
“Ik heb je horen roepen. Wat is er?” vroeg hij.
“Sterre kneep me, ik denk dat ze mij kan horen,” antwoordde Pim.
“Pim?”
Pim draaide zich om naar Sterre. Er verscheen een lach op zijn gezicht. “Sterre! Je bent wakker! Wat was er met je gebeurd?”
“Pim, het lijkt me niet verstandig om terre nu met vragen te overspoelen. Laat haar even rusten,” zei Leopold.
“Ik weet alleen dat ik viel en dat Hubertus mij iets liet drinken. Wat er daartussen was gebeurd weet ik niet meer,” zei Sterre. Ze probeerde uit bed te komen.
Pim zei: “Blijf nog maar even liggen.”
“Ik ga wel op het bed zitten.” Sterre keek om zich heen. “Hoe kom ik hier?”
“Wij vonden jou in het huis van de donkere druïden en brachten jou naar mijn huis,” antwoordde Leopold.
“Ik had net iets gedroomd. Het leek erg belangrijk, maar ik kan het me niet meer herinneren,” zei Sterre peinzend.
“Heeft het iets te maken met Raphael, de donkere druiden en de steencirkel? Want dat zei je toen je bewusteloos was,” zei Pim.
“Raphael! We moeten Raphael redden!” Sterre sprong uit bed, maar greep naar haar hoofd en liet zich vervolgens weer op het bed zakken. “Hoofdpijn...”
“Doe het maar rustig aan,” zei Pim. “We kunnen Raphael niet redden als jij ziek wordt.”
“Hoeveel tijd hebben we nog voordat het ritueel begint?” vroeg Sterre.
“Het is nu precies half negen ’s ochtends, dus we hebben nog exact 11 uur en 26 minuten,” antwoordde Pim.
“Ik heb een idee,” zei Leopold plotseling. “Sterre, rust jij nog maar een paar uur uit. Ik haal wat te eten voor je. Pim, let jij even op Sterre? Om vier uur gaan we dan naar school. Daar zorgen we ervoor dat Raphael niet bij Hubertus en Wietteke in de buurt komt. We kijken daar wel wat we daarna met de druïden doen.”
“Oké,” zei Sterre. “Ik rust dan wel nog even uit.”
“Ja, ik haal wat te eten.” Leopold ging de kamer uit.
“Dan zal ik wel buiten op de wacht gaan staan,” zei Pim tegen Sterre en ook hij ging de kamer uit.

Hoofdstuk 23: Overwin je angsten

Het was al vier uur ’s middags. Sterre was uitgerust en had ook al samen met Leopold en Pim gegeten. Ze liep een beetje traag met Leopold en Pim richting school. Omdat ze traag liep, liepen Pim en Leopold een paar meter voor haar.
Opeens begonnen Pim en Leopold te vervagen en ook de bomen om Sterre heen vervaagden. Ze maakten plaats voor duisternis.
“Pim, Leopold, waar zijn jullie?” Sterre rende door de duisternis. Ze keek om omhoog, maar de blauwe lucht van een paar minuten gelden was ook verdwenen.
“Pim! Waar ben jij? Leopold!” Sterre bleef maar roepen en roepen. Maar ze zag Pim en Leopold niet.
Sterre begon bang te worden, want waar ze ook keek, overal was het donker. Opeens verscheen in de verte een vorm die op een mens leek. Ze rende er naartoe. Als ze daar was aangekomen, zag ze dat het Raphael was. Hij speelde piano.
“Raphael! Hoe kom jij hier?” vroeg Sterre verbaasd.
Het leek alsof Raphael haar niet hoorde, want hij antwoordde niet. Hij bleef gewoon doorspelen.
“Raphael, hoor je mij?” Toen zag Sterre dat Raphael ook langzaam verdween. Sterre was weer alleen in de duisternis. Ze staarde naar de plak waar Raphael net nog piano speelde.
“Sterre!”
Sterre draaide zich met een ruk om. Daar stond Raphael weer.
“Raphael, ben jij dat echt?”
“Sterre, waarom redt jij mij niet van de donkere druïden? Waarom? Straks ben ik mijn gave kwijt!”
“Ik wil je wel redden, maar ik ben Pim en Leopold kwijt.”
Toen verdween Raphael weer en Hubertus verdween. “Wat doe jij hier? Jij hoort nu in de kelder te liggen!”
Sterre schudde haar hoofd. “Nee, laat me met rust!” Ze rende weg van Hubertus. Maar toen doemde Kai voor haar op.
“Jij zult Raphael nooit redden. Nooit!”
“Laat me met rust!” riep Sterre.
“Na Raphael komen er nog meer rituelen met Pim, Marcel of jou!” riep Kai.
“Nee! Houd op!” Sterre hield haar handen tegen haar oren. Ze huilde. “Hou op, alsjeblieft!” Ze zakte neer op de grond en bleef huilen. “Pim, Leopold, waar zijn jullie?” vroeg Sterre snikkend. “Ik ben niet bijzonder. Ik ben gewoon een eenzaam, hulpeloos meisje.” Sterre haalde Muis uit haar tas die ze bij zich had. “Muis, ik wil weg van deze donkere plek. Ik wil terug naar huis, naar mijn eigen huis. Ik wilde dat er een drankje was waardoor ik alles wat er gebeurd was zou vergeten. Ik wil niet een van de Vijf zijn en bijzonder zijn.”
“Voor mij ben je altijd bijzonder.”
“Wie zei dat?” Sterre keek om zich heen. Hubertus en Kai waren verdwenen. Wie kon het dan gezegd hebben? “Wie je ook bent, laat me met rust!”
“Sterre, overwin je angsten en geloof erin dat je een van de Vijf bent,” klonk de stem, “Dan zul je het kwaad overwinnen.”
“Wie ben je?” vroeg Sterre.
“Iemand die er altijd voor je is en vaak bij je bent,” zei de stem. “Je zult snel weten wie het is. Keer daarvoor terug naar de werkelijkheid.”
“Hoe bedoel je?” vroeg Sterre, maar ze kreeg geen antwoord terug. Plotseling voelde Sterre dat haar oogleden heel zwaar werden. Al snel deed ze haar ogen dicht.
Wanneer Sterre haar ogen weer open deed, keek ze in de ogen van een verbaasde, maar ook ongeruste Leopold en Pim. Ze keek om zich heen en zag dat ze op de grond lag van een bos.
“Eindelijk, Sterre, je bent wakker” zei Pim.
“Misschien komt het doordat je nog niet goed uitgerust was en je daardoor flauwviel,” zei Leopold.
“Ben ik flauwgevallen dan? Ik snap het niet. Ik liep met jullie door het bos en plotseling verdwenen jullie, ook de bomen verdwenen en het werd donker.”
“Het was vast een nachtmerrie,” zei Leopold.
“Nee, sommige dingen leken zo echt. Ik zag Raphael eerst, daarna Hubertus en Kai. Kai zei dat ik Raphael nooit zal kunnen redden en dat er meer rituelen volgden. Ik wilde hem niet meer horen en wilde toen ook niet meer een van de Vijf zijn. En daarna...”
“Overwin je angsten en geloof erin dat je een van de Vijf bent,” zei Pim. “Dan kunnen we het kwaad overwinnen.”
“Toen zei een stem dat ik voor hem altijd bijzonder ben en dat ik mijn angsten moest...” Sterre stopte midden in een zin en haar ogen werden opeens erg groot. “Wat... wat zei je net, Pim? Zei je wat ik denk dat je zei?”
“Ik kan niet weten wat je denkt, Sterre,” antwoordde Pim lachend.
“Maar wat zei je net toen ik mijn verhaal aan het vertellen was?”
“Dat jij je angsten moest overwinnen en je erin moest geloven dat je een van de Vijf bent. Dan kunnen we het kwaad overwinnen.”
“Overwin je angsten en geloof erin dat je een van de Vijf bent,” herhaalde Sterre.
“Ja, dat zei ik en dat we dan het kwaad...” zei Pim.
“Stop!” riep Sterre en Pim stopte met praten. Ze dacht na. De stem zei ongeveer hetzelfde wat Pim net zei. De stem zei ook dat hij iemand was die er altijd voor haar was en vaak bij haar was. Pim hielp haar vaak en was ook vaak bij haar. Maar dat wil dus zeggen dat Pim de stem was. Maar waarom zei hij dan ook dat ze voor hem altijd bijzonder was? Is hij soms...
“Nee, het was gewoon een nachtmerrie en nachtmerries zijn net als dromen niet echt.”
“Klopt Sterre, nachtmerries zijn niet echt, dus we kunnen Raphael wel redden,” zei Pim.
“En dat moeten we dan maar snel doen, want het is nu al 8 over 5 uur. De tijd dringt,” zei Leopold terwijl hij naar zijn horloge wees.
“Denk je dat je weer snel kan lopen?” vroeg Pim aan Sterre.
“Ja, als het moet wil ik ook rennen. Als ik Raphael maar kan redden.”
Het tweede deel van het antwoord van Sterre maakte een verdrietig gevoel bij Pim los. Hij schoof dat gevoel snel opzij en liep snel samen met Leopold en Sterre naar school.

Hoofdstuk 24: Verstoppertje spelen

Het was al bijna half 7 toen Sterre, Pim en Leopold bij school aankwamen. Sterre bleek toch niet zo snel te kunnen lopen zoals ze zei. Camilia had tijdens de laatste musicalles gezegd dat iedereen om 7 uur op school moesten zijn. Op school konden ze zich dan nog voorbereiden op het lied en om kwart voor 8 zou het valentijnsbal beginnen.
“We hebben nog een half uur de tijd om een goede verstopplek in het musicallokaal te vinden,” zei Pim. Hij begon met Leopold en Sterre te zoeken. Ze keken achter de gordijnen, achter de kasten, in grote kisten en op nog meer plaatsen. Maar een goede verstopplek vonden ze niet.
Opeens hoorden ze voetstappen.
“Snel, verstop je achter de gordijnen!” riep Pim iets te hard. Hij ging achter de gordijnen staan. Sterre en Leopold deden hem na.
De deur ging open en ze hoorden een stem.
“Hallo is daar iemand?” vroeg de stem.
“Het is Camilia,” zei Sterre zachtjes aan Pim.
“Hallo, je mag wel tevoorschijn komen hoor. Ik eet je niet op,” zei Camilia.
Pim en Sterre kwamen achter de gordijnen vandaan, maar Leopold bleef zich daar verstoppen. Camilia zou het vast raar vinden dat hij zich verstopte.
“Wat doen jullie achter de gordijnen?” vroeg Camilia nieuwsgierig.
“We... wilden verstoppertje door de school spelen,” verzon Pim snel.
“Ja, het was zo saai hier op school, omdat al onze klasgenoten er nog niet waren. Dus we dachten: kom, laten we eens verstoppertje door de school spelen,” zei Sterre lachend.
“Meneer Berkelaar wil dat er vandaag niemand naar het musicallokaal gaat. Dus verzoek jullie hier weg te gaan. Ga maar naar de kantine.”
“Ja, natuurlijk,” antwoordde Sterre, maar ze bleef staan.
“En, komt er nog wat van?” vroeg Camilia.
“Gaat u maar alvast, we komen er zo aan,” zei Pim. Hij zag dat Camilia verbaasd wegging. “Leopold, Sterre, we hebben niet veel tijd meer. Het ritueel begint over 36 minuten. We moeten Raphael vinden en zorgen dat hij niet bij Hubertus of Wietteke in de buurt komt en ophouden om naar een verstopplaats te zoeken.”
Pim en Sterre gingen het lokaal uit om Raphael te zoeken. Leopold bleef in het lokaal achter om de portalen die straks opengaan in de gaten te houden.
“Daar is hij!” riep Sterre na een kwartier zoeken. Ze wees naar Raphael die met Anastacia aan het praten was. “We moeten hem in de gaten blijven houden.”
Sterre en Pim bleven een tijdje op een afstand Raphael in de gaten houden.
“Het is nu al 10 voor 8. Er is nu nog niets aan de hand,” zei Pim.
“Maar ik denk dat het snel gaat veranderen,” zei Sterre angstig tegen Pim en ze wees naar Hubertus die naar Raphael liep. “We moeten hem tegen houden.” Ze liepen naar Raphael en Hubertus toe,maar opeens riep iemand hen. Het was Camilia.
“Meneer Berkelaar wil dat jullie de microfoons in het gymzaal waar het bal zal plaatsvinden even controleren of ze het wel goed doen. Dus willen jullie meekomen?”
“Waarom wij? Wij weten helemaal niets van microfoons,” zei Sterre terwijl ze naar Hubertus keek en zag dat Hubertus iets tegen Raphael zei.
“Ik snap het ook niet. Hij wilde perse dat jullie het zouden doen. Hij is het schoolhoofd, dus je kan hem niet weigeren,” antwoordde Camilia. “Zullen we gaan?”
“Nee!” Sterre zag hoe Raphael met Hubertus meeliep richting het musicallokaal. Ze trok Pim mee en wilde achter hen aan gaan.
“Pim, Sterre, jullie moeten met mij mee naar het gymzaal.” Camilia zag dat ze niet naar haar luisterden, maar verder liepen. Ze hield haar schouders op. “Wat is er toch met die twee vandaag?”
Pim en Sterre liepen stiekem achter Hubertus en Raphael aan. Ze hoorden dat Raphael aan Hubertus vroeg waarom hij mee moest. Hubertus gaf als antwoord dat Raphael een muziekstuk voor hem moest spelen. Ze gingen het musicallokaal binnen.
“Snel, we moeten achter ze aan,” zei Sterre.
“Leopold is daarbinnen, hij kan met de druïden meegaan. Dus wees maar gerust,” zei Pim.
“Nee, ik ga met de druïden mee. Ik heb een geweldig plan. Ik vertel je het wel straks. We gaan ze eerst achterna.”
Sterre en Pim keken vanachter de deur naar Raphael en Hubertus. Ze zagen dat Wietteke er ook bij was.
Pim pakte zijn voicerecorder. “De druïden hebben een vreemd zwart gewaad aan en Raphael staat bij ze. Ze hebben ook een hanger rond hun nek hangen met hetzelfde teken als op de muur.”
Plotseling zagen Pim en Sterre op het muur vlakbij de piano een teken verschijnen. Het was dezelfde teken zoals Sterre het een paar weken gelden in haar droom had gezien. De punt van het teken wees naar beneden. Opeens verscheen er een deur. Daarachter scheen licht, waardoor je de omtrek van de deur kon zien. De deur ging open en Hubertus duwde Raphael naar binnen.
“Wat is dit?” vroeg Raphael.
“Dat zul je zo wel weten. Ga maar naar binnen,” zei Hubertus en hij duwde Raphael naar voren en hij verdween achter de deur. Daarna Hubertus en als laatste Wietteke.
De deur begon langzaam dicht te gaan.
“Pim, Sterre, ga snel naar binnen voordat hij helemaal dicht is!” Leopold verscheen achter de gordijnen.
Pim en Sterre renden naar de deur. Voordat hij helemaal dicht was, konden Pim en Sterre er nog net doorheen gaan. Daarna ging de deur met een klap dicht en en verdween.
Leopold stond in zijn eentje in het musicallokaal. Het was hem alweer niet gelukt om naar de plek van het ritueel te gaan. “Succes, Pim en Sterre, Ik hoop jullie straks heelhuids terug te zien. Samen met Raphael.”

Hoofdstuk 25: Rituelen, vergevingen en verliefdheden

Pim en Sterre knipperden met hun ogen, omdat het opeens weer dag was. Ze konden het niet geloven. Ze stonden midden in een bos.
“Daar lopen ze!” Sterre wees naar Wietteke en Raphael, die door Hubertus bij zijn arm meegetrokken werd.
“Je, zei dat je een plan had, wat is het eigenlijk?” vroeg Pim nieuwsgierig.
“Simpel, de uitgang vinden, Raphael meetrekken en ervoor zorgen dat we nooit meer last van de druïden krijgen,” antwoordde Sterre en ze rende achter het drietal aan. Pim rende mee.
Niet veel later kwamen ze aan bij een open plek in het bos. Pim en Sterre keken vanachter een boom naar wat er voor ze gebeurde.
Raphael moest van Hubertus op een kruk bij de piano, die op de open plek was, zitten. Rondom de piano stonden al vier druïden en Hubertus voegde zich bij hen.
Opeens begon Raphael piano te spelen. Een onzichtbare kracht nam de controle van zijn handen over. Plotseling kwam er een harde wind en blies de koptelefoon van de hoofd van Raphael. Raphael probeerde zijn oren met zijn handen te bedekken tegen al het geluid dat hij opeens hoorde, maar zijn handen hadden een eigen wil gekregen. Zij handen bleven piano spelen. Raphael schreeuwde van de pijn in zijn oren. Hij kon niet tegen hte pianomuziek.
“We moeten hem helpen. Het is vast een of andere druïdenmuziek.” zei Sterre tegen Pim.
“Hoe wil je dat doen? De donkere druïden zijn met z’n vijven.”
“Met dit,” antwoordde Sterre en ze liet zien wat ze in haar handen had. Het waren watten. “Ik wist dat dit zou ging gebeuren.” Toen ze zag dat Pim haar vragen aankeek zei ze: “Geen tijd om uit te leggen. Ik ga naar Raphael.” Sterre rende naar Raphael. Ze had maar een doel en dat was Raphael redden. Ze rende tussen de druïden naar hem toe.
Als ze bij Raphael was, stopte Sterre de watten in zijn oren. De druïden begonnen woest naar Sterre en Raphael te lopen, waardoor de betovering was verbroken. Raphael had de controle over zijn handen terug. Hij pakte snel zijn koptelefoon van de grond en rende met Sterre naar Pim. Daarna renden ze met z’n drieën door het bos met vijf boze druïden achter zich aan.
“Hoe komen we terug op school?” vroeg Pim.
Sterre bleef opeens staan en keek rond.
“Sterre, we moeten verder rennen!” riep Raphael, maar Sterre negeerde hem. Ze bleef staan, omdat ze twee bomen zag die op de een of andere manier niet echt leek. Ze liep er naartoe.
“Houd haar tegen,” klok opeens de stem van Arlene. “Anders komen we hier nooit meer weg!”
Sterre stond bij de twee bomen. Ze aarzelde maar, trok daarna haar ene handschoen uit. Ze was niet bang meer voor wat er kon gebeuren, want ze was een van de Vijf. Ze legde haar hand op een van de bomen en een lach verscheen op haar gezicht. “Raphael, Pim, ik weet hoe we hier weg kunnen. Geef me jullie hand.”
Raphael pakte haar hand zonder handschoen en Pim pakte haar andere hand met handschoen.
Sterre kreeg het warm toen Raphael haar hand vastpakte. “We moeten tussen deze twee bomen lopen. Dan komen we vanzelf thuis.”
“Houd ze tegen, ze mogen niet weggaan!” riep Arlene die nog maar op enkele meters afstand van Pim, Sterre en Raphael stond.
“Het is nu of nooit!” Sterre liep met Raphael en Pim tussen de bomen door.
“Nee!” riep Arlene die zag dat alles voor niets was geweest. Ze kon haar geliefde Ewan nooit meer zien.
Het ene moment waren Pim, Sterre en Raphael in het bos, het andere moment waren ze in het musicallokaal.
“Jullie zijn terug!” riep Leopold die de hele tijd in het lokaal had staan wachten. “Samen met Raphael.”
“Eh, ik begrijp het niet helemaal. Wat wilde Hubertus van mij?” vroeg Raphael.
Sterre begon te vertellen over Anastacia die geen zonnebril meer nodig had. Over hoe ze ontdekten dat ze de Vijf waren. Over de nachtelijke onderzoeken. Over haar droom dat ze bleek vergeten te zijn, maar dat ze het op school weer herinnerde en daarom wist wat er op het ritueel zou gebeuren en tenslotte over het ritueel.
“Dus de druïden komen nooit meer terug?” vroeg Raphael.
“Nee, Arlene zei zelf dat ze nooit meer terug konden komen,” antwoordde Sterre.
“En mijn gave, ben ik die kwijt?”
“Er is maar een manier om daarachter te komen,” zei Pim en hij pakte de koptelefoon van Raphael.
Raphael bedekte onmiddellijk zijn oren en zei: “Geef terug, ik weet meer dan genoeg.” Hij kreeg zijn koptelefoon terug en zette het op zijn hoofd. “Sterre, er is iets dat ik je de hele tijd wilde vertellen. Ik... ik ben ver...”
“Raphael, ik weet genoeg,” antwoordde Sterre en ze drukte haar lippen op de zijne. Opeens hoorde Sterre dat iemand kuchte. Het was Anastacia. Sterre deed gauw een stap van Raphael vandaan.
“Anastacia, ik ben nooit verliefd op je geweest en ik zal ook nooit verliefd op je zijn. Sterre en ik horen bij elkaar,” zei Raphael. “Ik hoop dat je je niet gekwetst voelt.”
“Ik voel me gekwetst door jullie, maar ik vergeef het jullie. Ik heb hier de hele tijd staan luisteren en mijn conclusie is dat Dingetje, sorry, ik bedoel Sterre, meer om jou geeft dat dat ik om je geef. Daarom wil ik graag dat Sterre met jou straks gaat zingen. En ik moet iets bekennen: ik kan helemaal niet zingen. Ik hoop dat jullie mij kunnen vergeven dat ik jullie zo vaak gechanteerd heb.” Anastacia draaide zich om en wilde het lokaal verlaten.
“Anastacia!” riep Sterre. Anastacia draaide zich om. “Wij vergeven het jou.”
“Daar zijn jullie!” Camilia liep het musicallokaal binnen. “Ik heb jullie overal gezocht. Anastacia, Raphael, jullie moeten nu gaan zingen.”
“Sterre gaat in plaats van ik zingen,” zei Anastacia. Camilia keek verbaasd. “U heeft het goed gehoord. Ik ga niet zingen, maar Sterre.”
“Ik snap niet waarom je dat wilt, maar goed. Sterre, Raphael, jullie zijn nu aan de beurt. Ik verwacht jullie binnen 5 minuten in de gymzaal waar het bal plaats vindt,” zei Camilia en ze ging weg.
“Maar, ik weet niet wat ik moet zingen,” zei Sterre.
“Het lied dat jij zo vaak hebt gehoord. Dat is jouw liedje. Het gaat over jou,” antwoordde Raphael. “Je zong het ook een keer toen je naar mij en Anastacia luisterde.”
“Oké, we gaan naar het gymzaal,” zei Anastacia. “Ik wil jullie horen zingen.”
“Gaan jullie maar vast. Ik moet nog iets aan Pim vertellen,” zei Sterre. Ze wachtte tot iedereen het lokaal verlaten had. “Pim, wist je nog dat ik een paar uur geleden in het bos flauwviel? Ik hoorde toen je stem. Je zei dat ik voor jou altijd bijzonder was. En vanochtend toen je tegen Leopold zei dat hij even weg moest gaan en dat je daarna tegen mij praatte?”
“Heb je gehoord wat ik tegen je zei?” vroeg Pim.
“Ja, je zei dat ik belangrijk voor je was. Ik deed toen alsof ik nog sliep, maar ik was eigenlijk al wakker.”
Pim zweeg.
“Ik weet dat je voor mij meer voelt dan alleen maar vriendschap. Maar ik ben verliefd op Raphael.”
Pim wilde weglopen.
“Pim, ga niet weg, alsjeblieft?” Ze zag dat Pim aarzelde, maar bleef later toch staan. “Ik wilde zeggen, ik wil heel graag nog steeds vrienden met je blijven. Kunnen we vrienden blijven?” Sterre liep naar Pim en stak haar hand uit.
Pim keek zwijgend naar Sterre. Opeens glimlachte hij en schudde de hand van Sterre. “Kom, we gaan naar de gymzaal. Ik wil je heel graag horen zingen.” Samen liepen ze naar de gymzaal waar de anderen al op hen stonden te wachten.

'